Team op Maat: een eerlijkere kans op een goede start

Als er thuis iets aan de hand is, laten kinderen dat nogal eens zien op school. “Van binnen hebben ze pijn, verdriet en angst; aan de buitenkant zie je boosheid en soms ronduit agressief gedrag”, zegt Suzanne van den Kieboom, kwaliteitsmanager Zorg bij Kindcentrum Hubertus. Deze kinderen wegsturen maakt alles alleen maar erger. “Wat wél helpt is de leerkracht helpen de rust in de klas te herstellen, verdere onrust thuis te voorkomen en het kind én de ouders praktisch te helpen.” Dat doet Suzanne met haar collega’s binnen het Team op Maat (ToM).

Zes Tilburgse basisscholen hebben al zo’n ToM, allemaal in buurten waar veel onveiligheid voorkomt. De mensen in dat team heten officieel gedragsspecialist, ambulant hulpverlener, schoolmaatschappelijk werker of toegangsmedewerker. “In de praktijk zijn ze gewoon Ekram, Esther, Marlous en Anouk van school”, zegt Suzanne. “Vertrouwde gezichten die er bij horen. We kennen de kinderen, de school, de buurt en de ouders. Dat maakt het makkelijk om met ons te praten.”

#ditisjeugdzorg

Kinderen, jongeren en gezinnen kunnen grote uitdagingen hebben. Soms zijn deze uitdagingen zo groot dat hulp nodig is. In de regio Hart van Brabant werken gemeenten, zorgaanbieders, scholen en welzijnsorganisaties samen met ouders, jongeren en kinderen om goede hulp te bieden. Dit doen ze bijvoorbeeld door een mentor uit het netwerk van het gezin in te zetten. In de serie #ditisjeugdzorg vertellen jongeren, gezinnen en professionals over hun ervaringen. Lees ook het verhaal van Olga en Randall en ontdek hoe pleegouders niet alleen kinderen, maar ook hun ouders kunnen helpen.

Bouwen aan vertrouwen

Opvoeden is voor elke ouder een uitdaging en de meeste kinderen hebben wel eens wat. “Hulp vragen vindt bijna iedereen lastig. En in de gezinnen van de kinderen die hier op school zitten is vaak iets aan de hand: armoede, geweld, verslaving, trauma. Mensen schamen zich daarvoor”, snapt Ekram Gaoui, de gedragscoach in het ToM, van Sterk Huis. “Dus als je erachter wilt komen waarom een kind zich gedraagt zoals het doet, moet je de leerlingen en de ouders zien en horen. Ze laten merken: ik ben er voor je, zonder dat ze iets moeten. Een compliment, vragen hoe het gaat en onthouden wat ze de vorige keer gezegd hebben. Gewoon op de gang of op het schoolplein.”

De drempel om hulp te vragen is voor de meeste gezinnen heel groot. Dus komt Ekram met haar kennis en ervaring naar school. “Na een tijdje heb je genoeg vertrouwen opgebouwd en kun je praten over wat er écht aan de hand is. En hoe je iets voor ze kunt betekenen.”

Er is geen box

Binnen deze werkwijze zoeken alle betrokkenen naar de mogelijkheden om te doen wat het beste is. “Als kinderen zich op school gedragen op een manier die lastig te hanteren is, zeggen zorgorganisaties traditioneel dat het een schoolprobleem is en dat het dáár opgelost moet worden”, weet Esther van Spaandonk, schoolmaatschappelijk werker uit ervaring. “Terwijl de school daar hulp bij nodig heeft. Maar de school kan die hulp niet inschakelen, want daar moet je een zorgorganisatie voor zijn. Wij zeggen gewoon: het gebeurt hier, wij zijn ervan en wij blijven ervan. En nee, dat noemen we geen out-of-the-box denken. Wat mij betreft is er geen box.”

Van mens tot mens

Het ToM beantwoordt de roep die luid opklinkt uit de samenleving: werken vanuit het hart en van mens tot mens. Zonder ingewikkelde formulieren en procedures. Zonder te oordelen en veroordelen. “Als een kind vaak blauwe plekken heeft, als het zijn stoel door de klas smijt, als het midden in de winter in zomerkleren naar school komt, als de ouders niet naar de afspraak met de leerkracht komen, als…” Marlous Moelands, Coördinator Jeugd bij Toegang Tilburg, kan nog wel tien voorbeelden noemen. “Gedrag waar we ons zorgen over maken, komt ergens vandaan. Als je daar liefdevolle aandacht voor hebt, kun je veel goed doen en ook veel leed voorkomen. Zéker op een school waar in zo’n beetje elke klas de helft van de kinderen die extra aandacht nodig heeft. Dan maak je samen van de school een veilige en fijne plek waar je aan leren toekomt.”

Schoenen kopen

Doen wat nodig is betekent in de praktijk in de klas zitten, als steuntje in de rug voor de leerkracht. “Gebeurt er iets, dan ontfermen wij ons over de leerling en kan de leerkracht de aandacht bij de rest van de groep houden”, legt Van Spaandonk uit. “We zien het kind, maar niet iedereen hoeft mee te kijken. En ook voor de andere kinderen is het fijn om mee te maken dat iemand geholpen wordt waardoor de rust weer kan terugkeren.” Verder krijgen leerkrachten tips: welke signalen van leerlingen kunnen ze zien?

Het ToM kan volgens Suzanne helpen op de manier die nodig is. “We gaan schoenen kopen als de ouders dat niet kunnen. We helpen met de aanvraag van Leergeld of regelen voedselbonnen. We gaan mee naar de afspraak bij de GGD. We regelen traumatherapie of hulp in het gezin. “

Elke school een ToM

Wat dat oplevert? De aanpak kan in veel gevallen voorkomen dat kinderen naar het speciaal onderwijs gaan of zelfs thuis komen te zitten. Vaak is dan ook geen specialistische jeugdhulp nodig – en als het wél nodig is, komt die hulp er juist sneller. Dankzij het ToM leren kinderen beter omgaan met wat er thuis speelt, worden kinderen en hun ouders weerbaarder. Het ToM zorgt ervoor dat ouders hulpverleners gaan vertrouwen en meewerken aan wat nodig is om het thuis veiliger te krijgen. De mensen in het ToM zijn het er allemaal roerend over eens: “We geven deze kinderen een eerlijkere kans op een goede start. Elke school verdient zo’n team.”

Samenwerking ToM

Team op Maat is een samenwerking tussen de regio Hart van Brabant, wijkteams en jeugdhulp. ‘Onderwijs’, ‘Zorg’ en ‘gemeente’ werken samen in een vast team. In Tilburg inmiddels op zes scholen: Antares, Hubertus, Wandelbos, Jeanne d’Arc, Zuidwester en Don Sarto.

Het ToM werkt altijd nauw samen met de Intern Begeleider en directeur. Het idee is het aantal scholen verder uit te breiden, zodat meer kinderen en gezinnen, en ook leerkrachten eerder ondersteund worden. De aanpak kan in veel gevallen voorkomen dat kinderen naar het speciaal onderwijs gaan of zelfs thuis komen te zitten. Vaak is dan ook geen specialistische jeugdhulp nodig – en als het wél nodig is, komt die hulp er juist sneller.

Het ToM is bedacht binnen Smart Start, het regionale programma dat op basis van data-onderzoek in beeld brengt in welke buurten en wijken behoefte is aan specifieke ondersteuning.

Bron: Team op Maat: een eerlijkere kans op een goede start – Regio Hart van Brabant

Unieke aanpak ‘Voorkomen van armoede’ van start in Groenewoud!

In de Tilburgse wijk Groenewoud is op 8 januari 2025 het Smart Start project Voorkomen van armoede in de eerst 1000 dagen officieel gestart. Dit project is bedacht en uitgewerkt door 12 inwoners met ervaringskennis samen met 12 wijkprofessionals, op voet van gelijkwaardigheid. De aanpak van dit project is uniek omdat juist de ideeën van de bewoners zijn gerealiseerd en omdat de bewoners ook zelf de uitvoering ter hand nemen in samenwerking met R-Newt en GGD.  

Ervaringen uitwisselen

In buurthuis Broekhoven kunnen aanstaande of kersverse moeders (vaders uiteraard van harte welkom) iedere woensdagochtend samen ervaringen uitwisselen, samen bewegen en ook spullen die ze kunnen gebruiken in de eerste 1000 dagen meenemen of ruilen. Juist in die bijzondere tijd rondom de zwangerschap, bevalling en als je kindje jong is, is elkaar ontmoeten en ondersteunen heel belangrijk. Deze periode kan stressvol zijn! Er is een ruilkast waar je producten kunt meenemen, ruilen of doneren. Producten die je in de eerste 1000 dagen, een dure tijd, nodig hebt.

Sluit vooral aan op woensdagochtend!

Wethouder bestaanszekerheid Eveline Kostermans openende samen met de moeders dit project. “Het is goed om te merken dat juist moeders iets doen voor andere moeders, dat is de beste manier, dit kunnen we als gemeente alleen maar toejuichen.” Projectleider Astrid van de Griendt van GGD HVB  vult aan: “Hoe mooi is het dat de moeders elkaar versterken en dat ook ondernemers en betrokken inwoners van Tilburg allerlei spullen sponsoren. Ik word echt heel blij van dit project: eindelijk een aanpak die armoede probeert te voorkomen, in plaats van achteraf te genezen met heel veel ellende van dien”. De groep moeders wordt begeleid door Annemiek Hoogendam van R-Newt: “We gaan samen met de moeders nog een pakkende naam verzinnen, zodat iedere moeder in Tilburg-Zuid ons weet te vinden. Voor nu: sluit vooral gezellig aan op woensdagochtend”. Tot slot zeggen moeders Roepa en Melissa in koor: “Fijn dat er zo goed naar ons geluisterd is en dat we het nu samen mogen uitvoeren! Dat had ik nooit verwacht toen we hieraan begonnen. Het is echt onze eigen aanpak geworden, het beste van ons allemaal samen.”

Mooie samenwerking

Dit project is tot stand gekomen door de samenwerking van R-Newt, GGD Hart voor Brabant, Sterk Huis, Gemeente Tilburg, XPect013 en MOM Tilburg. De startfinanciering van dit project is mede mogelijk gemaakt door het innovatiefonds van GGD Hart voor Brabant, FNO Zorg voor kansen en MOM Tilburg. De Jumbo aan het Pater van den Elsenplein, Quiet Community Tilburg, Tira mi su, Kruidvat en betrokken inwoners uit Tilburg zorgden al direct voor mooie spullen voor in de ruilkast.

Samen werken aan een verbonden wijk

Binnen Gesworen Hoek in Tilburg gingen betrokken bewoners, wijkprofessionals én raadsleden samen aan de slag met de vraag: Hoe maken we de krachten en mogelijkheden in de wijk beter zichtbaar en toegankelijk? Het draait om verbinden en benutten van wat er al is. Daarom gingen we met Smart Start ‘systemisch ontwerpen’. Saskia Waijers, buurtondersteuner bij ContourdeTwern en Wouter Hiemstra, al 10 jaar inwoner van deze buurt vertellen hoe dit ging.

Korte lijntjes in de buurt

Wouter: “Begin dit jaar was ik zelf aan het zoeken wat ik wilde. Iets doen voor de buurt, kijken of ik anderen kon helpen, maar naar mijn idee was er niets beschikbaar hiervoor. Ik zocht online, omdat ik geen andere ingangen wist en daar was zoveel aanbod! Probeer dan maar eens te vinden wat je nodig hebt. Ik wilde graag meedenken over hoe we elkaar in de wijk kunnen ondersteunen. Met korte lijntjes en op een vriendelijke, niet beroepsmatige manier. En ouderwets: dat de buurt echt een buurt is.” Saskia: “Er gebeurt hier van alles. Als buurtondersteuner spreek ik veel mensen. Op straat, in en rond de Buurthoeve, bij de scholen en tijdens overleggen in de wijk, maar ook individueel. Er is behoefte aan een ‘plek’ waar je een stapje verder komt. Iemand die Wouter niet kent, weet bijvoorbeeld niet dat hij goed is met IT. Zo is er van alles, maar hoe kun je dat beschikbaar maken en verbinden?”

Concrete ideeën

Er zijn drie bijeenkomsten in de Buurthoeve geweest op 30 september, 28 oktober en 18 november. Door met bewoners, wijkprofessionals én raadsleden samen te brainstormen en mogelijkheden inzichtelijk en concreet te maken, ontstonden waardevolle ideeën over verbinding en zichtbaarheid. Saskia: “In totaal waren we met 30 deelnemers: bewoners, medewerkers van de gemeente, Zorg, de Toegang, scholen, R-Newt, WijkBoa’s en de kerk.”

Wouter: “We keken allereerst waar de behoeftes liggen en inventariseerden wat er al is. We hebben een kaart gevuld met interessegebieden, talenten. Waar komen mensen en wat zoeken ze? Vanuit de behoeften zijn we in groepjes vragen gaan beantwoorden: Hoe kan ik ontmoeten? Hoe kan ik mensen leren kennen? Heel veel verschillende vragen op vellen die snel rond gingen. Daaruit ontstond energie en het gesprek kwam los”. Saskia: “Daarna was de volgende stap om verbindingen te maken. Hoe ziet dat er dan uit? Hoe laten we dit zien? Vandaaruit kwamen verschillende ideeën voor ontmoetingsplekken, informatiezuilen, evenementen en digitale middelen.”

Verbinden

Wouter: “Een groep betrokken deelnemers werkt nu verder aan het verbinden van digitale concepten en structuren die deels al bestaan. En een andere groep gaat zich richten op het organiseren van fysieke ontmoeting aan de hand van een buurtbeurs! Het laat zien dat je niet de enige bent met vragen, dat is het voornaamste. Zeker in een buurt waar mensen een eenzaamheidsgevoel hebben: anderen maken hetzelfde mee. Waarom zouden we elkaar niet ondersteunen?” Saskia vult aan: “We hebben breed op kunnen halen wat er is en wat iedereen zoekt. De kracht komt uit de gemeenschap zelf en die kracht is heel sterk. Je gaat het samen doen.”

Wat is de reden dat zoveel mensen geen gebruikmaken van de Voedselbank?

In Nederland leeft 5,7 procent van de gezinnen in armoede. dat zijn 900.000 mensen. Met zo’n 13.000 vrijwilligers en 500 uitgiftepunten bereiken de Voedselbanken ‘slechts’ 120.00 mensen op jaarbasis. dat betekent dat er veel mensen ‘onder de radar’ blijven.

Frans Cruijssen van het Zero Hunger Lab van Tilburg University deed onderzoek. Tijdens de eerste Regiotour van Smart Start deelde hij zijn inzichten met toehoorders van onder andere Gemeente Tilburg, Sterk Huis, Centerdata, GGD Hart voor Brabant, SMO Traverse, Amarant en Gemeente Gilze en Rijen. We waren gast van wethouder Marielle Doremalen in de gemeente Gilze en Rijen. Hier startte in 2019 een van de eerste Smart Start-pilots, samen met klanten en medewerkers van de Voedselbank. 

Frans Cruijssen analyseerde recent data van 18 Voedselbanken, en voerde gesprekken met 50 klanten en 25 vrijwilligers. Wat is de reden – denken zij – dat zoveel mensen geen gebruikmaken van de Voedselbank?

Verlies van trots en schaamte blijken de grootste drempels. Helpend is als mensen zich bij een eerste bezoek niet direct hoeven te registreren, als de ontvanger zich bewust is van de schaamte en het gevoel trots in jezelf te verliezen. Woorden doen ertoe! Ook spelen het concept (supermarkt in plaats van pakketten vergroot gevoel autonomie), de locatie en de bereikbaarheid mee.

Inzichten die én herkenbaar zijn én vragen om verdieping. De onderzoeken van het Zero Hunger Lab en Smart Start kunnen elkaar verrijken, werd duidelijk. Smart Start werkt al samen met het Zero Poverty Lab, recent gestart en geïnspireerd op het Zero Hunger Lab.

Eerste Regiotour Smart Start

Op donderdag 10 oktober organiseert Smart Start de eerste Regiotour met Frans Cruijssen verbonden aan het Zero Hunger Lab.

Datum: donderdag 10 oktober 2024
Tijd: 17:00 – 18:00 uur (inloop vanaf 16:30 uur)
Locatie: Raadszaal Gilze-Rijen, Raadhuisplein 1, Rijen

De Regiotour van Smart Start inspireert en deelt actuele inzichten. Frans Cruijssen (Goirle, 1979) is senior researcher aan Tilburg University. Hij werkt onder andere bij het Zero Hunger Lab dat zich richt op het toepassen en ontwikkelen van data science methoden en hulporganisaties ondersteunt die werken aan het terugdringen van honger in de wereld. Ook in Nederland zijn er veel mensen die regelmatig met honger naar bed gaan. Het Zero Hunger Lab werkt samen met de Stichting Nederlandse Voedselbanken. Frans vertelt hoe mensen die onder de radar van de voedselbanken zijn alsnog op een ethische manier benaderd kunnen worden.

Meer weten of aanmelden?
Ga naar: besmartstart.nl/regiotour

“Ik doe het echt voor de ouders en de kinderen, zodat ze gelijke kansen krijgen.”

Dit jaar zijn de POVO Ambassadeurs gestart: acht moeders die in Tilburg-Noord andere ouders en hun kinderen helpen bij de keuze voor een middelbare school. Op de Cobbenhagenmavo in Tilburg-Noord spreken we met Loubna Amssirdi, één van de POVO Ambassadeurs, Marina Smits, adviseur onderwijs Tilburg-Noord en Joyce Broos, pedagogisch school-buurtmedewerker. We zijn benieuwd hoe het gaat, nu de kinderen uit groep acht allemaal een keuze hebben gemaakt voor hun vervolgonderwijs.

Het is nu even wat rustiger, maar kort geleden ging er geen dag voorbij, zonder dat Loubna Amssirdi als POVO Ambassadeur een vraag kreeg. “De eerste vragen van ouders gingen over dubbele adviezen, zoals vmbo theoretische leerweg/havo. Ouders vragen dan: ‘Mijn kind kan de havo, waarom kan hij daar dan niet heen? En dan leg ik uit dat voor verschillende vakken een havo-advies geldt, maar andere onderdelen op tl-niveau zijn. Ze moeten zich aanmelden bij een school die het eerste niveau aanbiedt, maar dat het kind vanuit de brugklas kan doorstromen op het juiste niveau.” Sinds dit schooljaar werken acht POVO Ambassadeurs vrijwillig om andere ouders en kinderen te helpen bij de overgang van het primair naar het voortgezet onderwijs. Een spannende tijd die veel vragen oproept. Daarnaast adviseren zij de scholen, zowel in het PO als het VO, over de advisering en  samenwerking met ouders.

Juiste keuze
Loubna is als moeder van vijf ervaringsdeskundige en weet ook dat ouders het beste en het hoogste niveau voor hun kinderen willen. “Ik ben hier zelf geboren en getogen, maar toen mijn zoon vier jaar geleden naar de middelbare ging, hadden wij ook vragen. Ouders en kinderen worden echt in het diepe gegooid. Ouders die hier als vluchteling of arbeidsmigrant zijn gekomen en hier zelf nooit op school hebben gezeten, die weten gewoon niet hoe het systeem werkt en dan is het heel ingewikkeld. We helpen dus bij de keuze voor de meest passende school. Het is daarbij ook belangrijk om naar de werkhouding van kinderen te kijken, wat het kind wil en wat bij hem of haar past. Je hebt niets aan een ongelukkig kind. We gaan daarom ook mee naar open dagen. Het is heel belangrijk dat ze daar kijken wat ze prettig vinden en de dynamiek en de sfeer van de school proeven. Heb je het ervoor over om 45 minuten te fietsen? Kunnen ouders dat loslaten?”

Loubna: “Ik kan mijn eigen ervaring meegeven, bevestigen: ‘Ik heb het zelf ook meegemaakt’ en hulp bieden. Dat gaat verder dan het schooladvies. Ik kan ook tolken als dat nodig is.” Nadat de kinderen aangemeld zijn, komen er weer hele andere vragen. Loubna: “Vragen over Magister, hoe moet je dat downloaden en een account aanmaken, hoe moet je boeken bestellen? Ook daar helpen we bij. Als er geldproblemen zijn, dan verwijzen we ze naar Stichting Leergeld voor ondersteuning bij de aanschaf van sportkleding, een rekenmachine, een geodriehoek of een goede schooltas. We hebben een checklist, maar gaan ook zelf mee naar de HEMA om een agenda uit te zoeken. Als je een pasje met 50 euro hebt, moet je bewuste keuzes maken.”

Terugblik en effectmeting
Marina Smits stond met Smart Start aan de start van het project en is supertrots: “Het is geweldig wat ik nu hoor. We zijn begonnen als onderwijspilot met een klein clubje. Aan de hand van data (analyses met CBS-data en onderwijsdata, als rapporten van vervolgonderwijs e.d.) zagen we in Tilburg-Noord dat veel kinderen niet altijd op een passende plek in het vervolgonderwijs terechtkwamen, maar ondergeadviseerd werden. Midden in coronatijd hadden we Design Thinking sessies om te komen tot een oplossing voor deze vraag. We zijn toen op het concept de POVO Ambassadeurs uitgekomen. Door de inzet van VVE (Voor Vroegschoolse Educatie) Ambassadeurs vanuit de Ouderkamers in de wijk wisten we dat sleutelfiguren uit de wijk, die nauwe banden hebben met hun culturele achterban, veel ouders zouden kunnen bereiken. Inmiddels hebben de POVO Ambassadeurs ook goede banden met zowel primair als voortgezet onderwijs, waardoor zij verbindingen kunnen maken.”

Joyce Broos: “De ambassadeurs krijgen een vergoeding voor dit werk, maar het aantal aanvragen valt tegen. Als ik Loubna zo hoor, dan heb ik het idee dat ze veel meer doen.” Loubna geeft toe dat ze niet vaak een declaratieformulier invult: “Ik doe dit als vrijwilliger, compensatie is mooi, maar het is mijn passie. Ook in het park komen moeders naar me toe en dan help ik ze gewoon, maar dat noteer ik niet.” Joyce: “Wij willen graag laten zien wat we met dit project bereiken, hoeveel gezinnen we helpen en dat is dan wel lastig. Smart Start-partner Centerdata helpt ons met de effectmeting en dan moeten we dit ook echt meenemen.“

Succesfactoren
Loubna is duidelijk als het gaat om succesfactoren: “We zijn bekend hier, we wonen zelf in de wijk, we spreken samen elf talen, kennen de cultuur en zijn altijd bereikbaar.” Zelfs tijdens haar vakantie in Marokko werd ze gebeld door een moeder die te laat was met het bestellen van boeken. “Ik was blij dat ik mijn laptop mee had, zodat ik kon helpen. Ik doe het echt voor de ouders en de kinderen, zodat ze gelijke kansen krijgen.”

Joyce Broos vult aan: “Het is belangrijk dat deze moeders uit de gemeenschap zelf komen en dat de hulp niet vanuit ‘de overheid’ komt. De POVO Ambassadeurs doen dit vrijwillig en zijn één van hen.” Loubna vervolgt: “Tilburg-Noord telt 130 nationaliteiten en we hebben ook met dialecten te maken. Over het algemeen spreken we dezelfde taal en dat is belangrijk voor vertrouwen. In je eigen taal kun je veel beter jouw wensen en gevoelens duidelijk maken. En wij wonen en werken in de wijk, we zijn gewoon schoolmoeders.” Vragen krijgt ze dan ook op alle plekken en momenten: “ In het winkelcentrum, in de bibliotheek… Ik maak altijd even een praatje.”

Marina: Het is uiteindelijk veel rijker dan we vooraf bedacht hadden, culturen komen samen en we kunnen op veel vlakken veel voor ouders en kinderen doen. Het is inmiddels redelijk verspreid, maar het zit nog niet bij alle basisscholen in het systeem om de POVO Ambassadeurs in te zeten. Het is nog een ontwikkeltraject.”

Toekomst
Ook Loubna heeft naar de toekomst toe nog wel wat wensen: “Wat ik de ouders en de scholen gun is meer openheid naar elkaar toe. Ouders zijn soms heel erg kritisch, maar ik zou ook willen dat de scholen meer begrip tonen voor het gedrag van kinderen. Als een kind geen rekenmachine mee heeft, dan stuurt de één ze weg, terwijl de ander het door de vingers ziet. Docenten moeten zich bewust zijn van waar een kind vandaan komt. Hoe komt dat nou dat een kind geen spullen bij zich heeft? Veel ouders zijn niet assertief en onvoldoende betrokken. Ouders en school moeten meer samenwerken in het belang van het kind.”

Designteam Smart Start ontwikkelt door

Smart Start staat voor het doorbreken intergenerationele problematiek bij gezinnen. Grote problemen ontstaan immers niet in een keer, en met data en design thinking werken we aan preventieve oplossingen. Op scholen, in wijken; daar waar de kinderen en gezinnen zijn. Design Thinking helpt om ons stevig te verdiepen in de problemen die gezinnen ervaren; met interviews en sessies, met o.a. ouders, jongeren, professionals die met hen werken. Omdat we dit cruciaal vinden, bouwden we in Hart van Brabant een regionaal designteam.

Het designteam bestaat uit collega’s van netwerkpartners, die doorlopend getraind worden in de methodiek Design Thinking. In de Smart Start-pilots werken ze vaak samen met Makeday, ook samenwerkingspartner voor onze masterclasses. In elke pilot begeleiden Makeday en het designteam meerdere designsessies. Op basis van de data-analyse vertalen de deelnemers kennis en ervaringen in concrete oplossingen; preventief en collectief.

Toolkit Be Smart Start

Veel materialen, sjablonen en informatie over werkvormen zijn voor belangstellenden beschikbaar in de toolkit Design thinking op ons online platform besmartstart.nl. Voor belangstellenden organiseren we masterclasses Design thinking, deelnemers zijn na afloop welkom aan te sluiten bij het designteam. Het designteam hecht veel waarde aan samen leren en ontwikkelen. Bijvoorbeeld op de thema’s persona’s, mindsets en gedragsverandering.

Designprocessen

In de pilot ‘Voorkomen van opgroeien in ontwikkelarmoede in de eerste 1000 dagen’ vonden er recent designsessies plaats in Waalwijk en Tilburg, met veel inwoners. Hun deelname is mogelijk gemaakt met behulp van een FNO-subsidie. Bij Smart Start baseren we ons niet alleen op data van CBS, de gemeenten en bijvoorbeeld de GGD. Persoonlijke ervaringen van mensen en hun kennis zijn net zo belangrijk. Smart Start gelooft in het feit dat je met elkaar, inwoners met ervaring en professionals, tot de beste oplossingen komt.

Masterclasses

Begin 2025 organiseren we voor de vierde keer de Masterclasses Be Smart Start; met naast Design Thinking ook de masterclass Datageletterdheid, verzorgd door Centerdata. De volledige  serie masterclasses bestaat uit 5 dagdelen, maar je kunt ook aan afzonderlijke onderdelen deelnemen.  De data voor 2025:

  • Kennismaking Smart Start: 20 januari 2025 van 9:00 tot 12:30 uur
  • Masterclass Datageletterdheid
    Eerste deel: 20 januari 2025 van 13:30 tot 17:00 uur
    Tweede deel: 5 februari 2025 van 9:00 tot 12.30 uur
  • Masterclass Design Thinking
    Eerste deel: 5 februari 2025 van 13.30 tot 17:00 uur
    Tweede deel: 17 februari 2025 van 9:00 tot 12.30 uur

Meer informatie en aanmelden: Masterclasses – Smart Start (besmartstart.nl)

20 juni: Inspiratiesessie datagedreven werken

Garage2020, CQM, Centerdata en Smart Start organiseren op 20 juni in Eindhoven samen een inspiratiesessie Datagedreven werken. Laat je inspireren door sprekers uit de wereld van data science én het sociaal domein, over hoe we op basis van data de kansen voor jeugd kunnen vergroten. Leer hoe je van data science tot inzichten en kennis kunt komen:

  • Terminologie: wat betekenen data science, machine learning en AI eigenlijk?
  • Voorbeeldprojecten: wat kunnen we leren uit de praktijk? Van programma’s en projecten binnen en buiten Brabant?
  • Kansen en valkuilen: wat kan datagedreven werken je organisatie, het netwerk opleveren, en waar moet je op letten?
  • Ethische vraagstukken: welke ethische vragen zou je jezelf moeten stellen?

Het programma 
16u30 Ontvangst met netwerkmarkt
17u15 Opening
17u30 Presentatie data science & AI basics
Wat betekenen alle termen, wat vraagt het van een organisatie of netwerk?

18u00 Drietal presentaties vanuit het sociale domein:

  • Smart Start – Preventie van problemen in gezinnen op basis van data en design thinking,
  • Intermezzo door Garage2020
  • Fontys Hogeschool – Wat doe je wanneer gezondheidsproblemen ontstaan door technologische ontwikkelingen?

19u00 Hoe pas je data science toe in je organisatie?
19u30 Einde

Klik hier voor aanmelden of vragen. Tot ziens op 20 juni in Eindhoven?

Werkbezoek aan Smart Start

Werkbezoek Smart Start Regio Westland

Hoe kun je met data, kennis en ervaringen voorkomen dat problemen in gezinnen groot worden? Wat vraagt dat aan samenwerking van onderwijs, jeugdhulp, gemeenten? Hoe werkt bijvoorbeeld een Team op Maat op basisscholen? Wat betekent het team in de praktijk voor kinderen, professionals en ouders?

Met deze en andere vragen brachten 40 collega’s van het onderwijs, kinderopvang, wijkteams en gemeenten uit Regio Westland maandag 5 februari een bezoek aan Smart Start. Bij basisschool De Zuidwester vertelden Claire Schilte, Marleen Heijnemans en Christel Heeren Peters van het Team op Maat aldaar bevlogen en openhartig over hun werk.

Aansluitend werd het gezelschap bij Sterk Huis ontvangen, voor een netwerklunch met het Tilburgse netwerk. Aansluitend vertelden Lian Smits en Ilse van Gompel over Sterk Huis en andere onderwijs zorgcombinaties, en Teun Brand over Smart Start en de andere onderwijsprojecten. Een deelnemer reageerde enthousiast: “Ik voel duidelijk een positieve houding on samen verantwoordelijkheid te dragen (onderwijs en zorg) om lastige situaties op te lossen.”

Het werkbezoek werd afgesloten met themagesprekken, over bestuurlijke uitdagingen, onderwijs zorgsamenwerking en de onlosmakelijke verbinding tussen kinderopvang en basisscholen. De Westlandse collega’s hebben zich laten inspireren, hebben ideeën opgedaan en gaven aan onder de indruk te zijn van de samenwerking van het netwerk. Een deelnemer zei na afloop: “Ik zou nog meer aan de slag willen met data op school en in de dorpskern, om het investeren in gelijke kansen echt inhoud te geven.”

Wil je meer weten over Team op Maat, andere vormen van onderwijs zorg samenwerking of over Smart Start? Stuur dan een mail naar: info@programmasmartstart.nl.

Spel & Boek gestart in Goirle

Vandaag ging Spel & Boek van start in Goirle. Vanaf nu kunnen inwoners van Goirle op woensdagen van 10.00 uur tot 11.00 uur samen met hun kind(eren) wekelijks terecht voor een uurtje spelen en lezen. Spel & Boek is een samenwerking van Dorpsteam GoirleTaalhuis Goirle en Bibliotheek Goirle is tot stand gekomen aan de hand van de Smart Start methode. Na data-analyse en Design Thinking is het concept Spel & Boek bedacht om kinderen een betere start te laten maken aan het begin van de basisschool.

Taalontwikkeling

Bibliotheek Goirle en Dorpsteam Goirle organiseren deze activiteit elke woensdagochtend met een aantal vrijwilligers. Wethouder Pernell Criens was bij de opening aanwezig namens de Gemeente Goirle. Spel & Boek is voor kinderen van nul tot vier jaar en hun ouders. Samen spelen en lezen is belangrijk voor de ontwikkeling van een kind. Er is gekozen voor de voorschoolse leeftijd, waardoor de taalontwikkeling al voor de start van de basisschool wordt gestimuleerd. Kinderen leren spelenderwijs taal door liedjes te zingen en spelletjes te spelen. Bij Spel & Boek kunnen ouders en kinderen spelen, lezen en luisteren naar een voorleesverhaal. Dat gebeurt rondom een bepaald thema, bijvoorbeeld winter. Het boekje waaruit voorgelezen wordt, is te leen om thuis vaker te lezen. De tekst is dankzij Refugee Team beschikbaar in meerdere talen, zodat anderstaligen het boekje in twee talen kunnen lezen.

Ontmoeten

Taal staat centraal, maar Spel & Boek biedt ook de mogelijkheid om andere ouders te ontmoeten en ervaringen te delen. Deelname is gratis en je hoeft je niet aan te melden.