Dit jaar zijn de POVO Ambassadeurs gestart: acht moeders die in Tilburg-Noord andere ouders en hun kinderen helpen bij de keuze voor een middelbare school. Op de Cobbenhagenmavo in Tilburg-Noord spreken we met Loubna Amssirdi, één van de POVO Ambassadeurs, Marina Smits, adviseur onderwijs Tilburg-Noord en Joyce Broos, pedagogisch school-buurtmedewerker. We zijn benieuwd hoe het gaat, nu de kinderen uit groep acht allemaal een keuze hebben gemaakt voor hun vervolgonderwijs.

Het is nu even wat rustiger, maar kort geleden ging er geen dag voorbij, zonder dat Loubna Amssirdi als POVO Ambassadeur een vraag kreeg. “De eerste vragen van ouders gingen over dubbele adviezen, zoals vmbo theoretische leerweg/havo. Ouders vragen dan: ‘Mijn kind kan de havo, waarom kan hij daar dan niet heen? En dan leg ik uit dat voor verschillende vakken een havo-advies geldt, maar andere onderdelen op tl-niveau zijn. Ze moeten zich aanmelden bij een school die het eerste niveau aanbiedt, maar dat het kind vanuit de brugklas kan doorstromen op het juiste niveau.” Sinds dit schooljaar werken acht POVO Ambassadeurs vrijwillig om andere ouders en kinderen te helpen bij de overgang van het primair naar het voortgezet onderwijs. Een spannende tijd die veel vragen oproept. Daarnaast adviseren zij de scholen, zowel in het PO als het VO, over de advisering en  samenwerking met ouders.

Juiste keuze
Loubna is als moeder van vijf ervaringsdeskundige en weet ook dat ouders het beste en het hoogste niveau voor hun kinderen willen. “Ik ben hier zelf geboren en getogen, maar toen mijn zoon vier jaar geleden naar de middelbare ging, hadden wij ook vragen. Ouders en kinderen worden echt in het diepe gegooid. Ouders die hier als vluchteling of arbeidsmigrant zijn gekomen en hier zelf nooit op school hebben gezeten, die weten gewoon niet hoe het systeem werkt en dan is het heel ingewikkeld. We helpen dus bij de keuze voor de meest passende school. Het is daarbij ook belangrijk om naar de werkhouding van kinderen te kijken, wat het kind wil en wat bij hem of haar past. Je hebt niets aan een ongelukkig kind. We gaan daarom ook mee naar open dagen. Het is heel belangrijk dat ze daar kijken wat ze prettig vinden en de dynamiek en de sfeer van de school proeven. Heb je het ervoor over om 45 minuten te fietsen? Kunnen ouders dat loslaten?”

Loubna: “Ik kan mijn eigen ervaring meegeven, bevestigen: ‘Ik heb het zelf ook meegemaakt’ en hulp bieden. Dat gaat verder dan het schooladvies. Ik kan ook tolken als dat nodig is.” Nadat de kinderen aangemeld zijn, komen er weer hele andere vragen. Loubna: “Vragen over Magister, hoe moet je dat downloaden en een account aanmaken, hoe moet je boeken bestellen? Ook daar helpen we bij. Als er geldproblemen zijn, dan verwijzen we ze naar Stichting Leergeld voor ondersteuning bij de aanschaf van sportkleding, een rekenmachine, een geodriehoek of een goede schooltas. We hebben een checklist, maar gaan ook zelf mee naar de HEMA om een agenda uit te zoeken. Als je een pasje met 50 euro hebt, moet je bewuste keuzes maken.”

Terugblik en effectmeting
Marina Smits stond met Smart Start aan de start van het project en is supertrots: “Het is geweldig wat ik nu hoor. We zijn begonnen als onderwijspilot met een klein clubje. Aan de hand van data (analyses met CBS-data en onderwijsdata, als rapporten van vervolgonderwijs e.d.) zagen we in Tilburg-Noord dat veel kinderen niet altijd op een passende plek in het vervolgonderwijs terechtkwamen, maar ondergeadviseerd werden. Midden in coronatijd hadden we Design Thinking sessies om te komen tot een oplossing voor deze vraag. We zijn toen op het concept de POVO Ambassadeurs uitgekomen. Door de inzet van VVE (Voor Vroegschoolse Educatie) Ambassadeurs vanuit de Ouderkamers in de wijk wisten we dat sleutelfiguren uit de wijk, die nauwe banden hebben met hun culturele achterban, veel ouders zouden kunnen bereiken. Inmiddels hebben de POVO Ambassadeurs ook goede banden met zowel primair als voortgezet onderwijs, waardoor zij verbindingen kunnen maken.”

Joyce Broos: “De ambassadeurs krijgen een vergoeding voor dit werk, maar het aantal aanvragen valt tegen. Als ik Loubna zo hoor, dan heb ik het idee dat ze veel meer doen.” Loubna geeft toe dat ze niet vaak een declaratieformulier invult: “Ik doe dit als vrijwilliger, compensatie is mooi, maar het is mijn passie. Ook in het park komen moeders naar me toe en dan help ik ze gewoon, maar dat noteer ik niet.” Joyce: “Wij willen graag laten zien wat we met dit project bereiken, hoeveel gezinnen we helpen en dat is dan wel lastig. Smart Start-partner Centerdata helpt ons met de effectmeting en dan moeten we dit ook echt meenemen.“

Succesfactoren
Loubna is duidelijk als het gaat om succesfactoren: “We zijn bekend hier, we wonen zelf in de wijk, we spreken samen elf talen, kennen de cultuur en zijn altijd bereikbaar.” Zelfs tijdens haar vakantie in Marokko werd ze gebeld door een moeder die te laat was met het bestellen van boeken. “Ik was blij dat ik mijn laptop mee had, zodat ik kon helpen. Ik doe het echt voor de ouders en de kinderen, zodat ze gelijke kansen krijgen.”

Joyce Broos vult aan: “Het is belangrijk dat deze moeders uit de gemeenschap zelf komen en dat de hulp niet vanuit ‘de overheid’ komt. De POVO Ambassadeurs doen dit vrijwillig en zijn één van hen.” Loubna vervolgt: “Tilburg-Noord telt 130 nationaliteiten en we hebben ook met dialecten te maken. Over het algemeen spreken we dezelfde taal en dat is belangrijk voor vertrouwen. In je eigen taal kun je veel beter jouw wensen en gevoelens duidelijk maken. En wij wonen en werken in de wijk, we zijn gewoon schoolmoeders.” Vragen krijgt ze dan ook op alle plekken en momenten: “ In het winkelcentrum, in de bibliotheek… Ik maak altijd even een praatje.”

Marina: Het is uiteindelijk veel rijker dan we vooraf bedacht hadden, culturen komen samen en we kunnen op veel vlakken veel voor ouders en kinderen doen. Het is inmiddels redelijk verspreid, maar het zit nog niet bij alle basisscholen in het systeem om de POVO Ambassadeurs in te zeten. Het is nog een ontwikkeltraject.”

Toekomst
Ook Loubna heeft naar de toekomst toe nog wel wat wensen: “Wat ik de ouders en de scholen gun is meer openheid naar elkaar toe. Ouders zijn soms heel erg kritisch, maar ik zou ook willen dat de scholen meer begrip tonen voor het gedrag van kinderen. Als een kind geen rekenmachine mee heeft, dan stuurt de één ze weg, terwijl de ander het door de vingers ziet. Docenten moeten zich bewust zijn van waar een kind vandaan komt. Hoe komt dat nou dat een kind geen spullen bij zich heeft? Veel ouders zijn niet assertief en onvoldoende betrokken. Ouders en school moeten meer samenwerken in het belang van het kind.”