Pilot Kindcentra Goirle op weg naar mooie innovatie

Ontmoeting brengt (taal)verrijking  

Pilot Kindcentra Goirle staat na een succesvol design thinking-proces dichtbij een mooie innovatie: een ontmoetgroep voor ouders met kinderen van –9 maanden tot 2 jaar. Een plek die draait om spelen, leren en ontmoeten en op die manier zorgt voor taalverrijking.

Binnen de pilot Kindcentra Goirle werken de gemeente Goirle, kindcentra (opvang en basisschool) en zorgprofessionals aan het verkleinen van achterstanden, zodat ieder kind dezelfde kansen krijgt op een succesvolle start op de basisschool. “Een goede taalontwikkeling is daarbij ontzettend belangrijk”, benadrukt projectleider Gerry Leijten.

Taalbasis
“Kinderen die thuis veel klanken en woorden horen en gebruiken, bouwen een goede taalbasis op. Deze start willen we ook aan andere kinderen meegeven. Daarom zijn we de design thinking-sessies ingestapt met de onderzoeksvraag ‘Wat hebben ouders in Goirle nodig om te zorgen voor een taalrijke omgeving voor hun kind tussen de –9 maanden en 2 jaar?’

Persona’s
Omdat inleving in de doelgroep centraal staat binnen de pilot, zijn allereerst meerdere ouders uit Goirle geïnterviewd over hun gezinssituatie en de wijze waarop zij thuis ruimte geven aan taal en taalontwikkeling. Hieruit zijn vervolgens zes persona’s opgesteld, een neutrale weergave van verschillende gezinssituaties. Tijdens het designproces werd telkens teruggegrepen naar deze persona’s om altijd dichtbij de behoeften van de ouders te blijven.

Tips
“Alle kinderen kunnen een taalachterstand oplopen”, deelt Gerry. “Tegenwoordig besteden ouders veel tijd op hun mobiel, waardoor ze soms de interactie met hun kind vergeten. Dit heeft invloed op de taalontwikkeling van kinderen. Voor ouders die de Nederlandse taal nog niet goed spreken, is het belangrijk om vooral in de moedertaal te communiceren. Het kind hoort dan toch allerlei klanken en ontwikkelt een grote woordenschat. Kinderen buigen de geleerde woorden vanzelf om naar Nederlandse woorden op de kinderopvang of basisschool.”

“Het is belangrijk dat iedere ouder zich bewust is van het belang van een goede taalontwikkeling en wat zij daarin kunnen betekenen. De landelijke tendens laat zien dat steeds meer kinderen moeite hebben met begrijpend lezen, iets dat we ook terugzien in de gemeente Goirle. Dit heeft effect op de schoolkeuze en de latere loopbaan van kinderen.”

De Ontmoetgroep
“Gezinnen moeten daarom zo vroeg mogelijk de juiste informatie krijgen en op een speelse en laagdrempelige manier aan de slag gaan met taal. Vanuit deze noodzaak kwamen we op het idee van ‘De Ontmoetgroep – Spelen Leren Ontmoeten’. De Ontmoetgroep sluit aan bij de behoefte van ouders om het eigen sociale netwerk te vergroten, kennis uit te wisselen en meer ondersteuning te krijgen. Het doel van De Ontmoetgroep is tweeledig: het zorgt voor ontmoeting tussen zowel ouders als kinderen én er wordt informatie uitgewisseld over de (taal)ontwikkeling van kinderen.”

Samen met ouders
“Om de doelgroep te blijven betrekken, hebben we later in het designproces opnieuw gesprekken met ouders gevoerd: Wat vind je van De Ontmoetgroep, zou jij hiernaartoe gaan? De reacties waren positief”, zegt Gerry. “Na deze mooie uitkomst hebben we een extra designsessie georganiseerd waarbij twee ouders, Monique en Jeanette, aansloten. Samen met de aanwezige professionals hebben zij de verdieping opgezocht en de innovatie verder uitgewerkt.”

Eigen ervaring
Monique: “Ik wilde graag meewerken aan de designsessie om andere ouders te helpen. Ik heb zelf een zoon (nu zes jaar) die niet goed praatte toen hij jong was. Wij zijn destijds doorverwezen naar logopedie. Inmiddels zit hij in groep 2 van basisschool Kameleon en kletst hij de oren van je hoofd.” Ook Jeanette vond het mooi om een bijdrage te leveren. “Als moeder van twee kinderen, waarvan de jongste ook op Kameleon zit, kon ik mijn eigen ervaringen delen. Daarnaast heb ik twintig jaar met kinderen gewerkt. Die expertise kwam nu ook goed van pas.”

Niet vanzelfsprekend
Jeanette: “Taal lijkt zoiets vanzelfsprekends, iets wat je automatisch oppakt in de opvoeding, maar binnen veel gezinnen is dat niet het geval. Dat verbaasde me wel. Misschien komt het ook door al het speelgoed met geluidjes en muziekjes, waardoor ouders een stap terugdoen, terwijl het zo goed is om je kind voor te lezen of om samen liedjes te zingen.”

Zo vroeg mogelijk
“Vooral anderstaligen en mensen die in een sociaal isolement leven, hebben moeite om kinderen een goede taalbasis mee te geven. Door hierover bewustzijn te creëren en hen op weg te helpen, krijgen kinderen de taalontwikkeling die ze nodig hebben”, laat Jeanette weten. “Ouders moeten zo vroeg mogelijk geïnformeerd worden door de verloskundige en kraamhulp”, vindt Monique. “Ook andere professionals, zoals consultatiebureaus, peuterspeelzalen en logopedisten, spelen hierbij een grote rol en kunnen ouders straks over het bestaan van De Ontmoetgroep vertellen.”

Niets moet
“Als ouder wil je je gezien, gehoord en gesteund voelen, maar niet bekritiseerd worden”, weet Jeanette. “Je wil niet het idee krijgen dat je iets fout doet. Alle ouders hebben het beste met hun kind voor. De insteek van De Ontmoetgroep is daarom vooral uitwisseling van kennis en het leren van elkaar.” Monique: “Niets moet. Als ouders zich verplicht voelen, komen ze niet. Tijdens de eerste bijeenkomsten van De Ontmoetgroep is er niet veel nodig. Laat gewoon gebeuren wat er gebeurt, wat ontstaat vanuit en tussen de ouders. Het gaat echt om die laagdrempeligheid. Ouders die samen praten, kinderen die spelen, het bekijken van leuke materialen, et cetra.”

Prikkelen
“Uiteindelijk komen er wel meer extra’s bij”, vult Jeanette aan. “Misschien een taalles of een deskundige die iets komt vertellen. Ook is het slim om met leuke materialen aan te sluiten bij de seizoenen of bij diverse thema’s, zoals de lente en Pasen, om extra te prikkelen.” Monique: “Het was leuk om tijdens de design thinking-sessie allerlei ideeën te bedenken, zoals een cadeautje voor de ouders of een gezamenlijk bezoek aan de bibliotheek. Alle ideeën waren welkom en vulden elkaar aan.” Jeanette: “Het was een leerzame, actieve ochtend waarbij we samen al brainstormend verder kwamen. Ik ben benieuwd hoe alles straks samenkomt.”

Innovatie uitrollen
Gerry: “Dat is inderdaad de volgende stap: het uitrollen van de innovatie. Momenteel onderzoeken we waar De Ontmoetgroep kan plaatsvinden en wie het gaat draaien, waarbij we ons laten inspireren door andere succesverhalen, zoals het Taalhuis en Mamacafé in Heusden. We zijn al een eind op weg. Wordt vervolgd.” 

De Ontmoetgroep – Spelen Leren Ontmoeten wordt een laagdrempelige en gelijkwaardige ontmoetingsplek voor ouders met kinderen van –9 maanden tot 2 jaar. De groep richt zich via ontmoeting en het delen van kennis en ervaringen op taalontwikkeling. Dit om kinderen gelijke kansen te bieden op een goede start op de basisschool. De groep is voor iedereen toegankelijk: voor ouders en kinderen, zonder veel verplichtingen. De Ontmoetgroep wordt op een vaste locatie gedraaid door vrijwilligers, aangevuld met leerzame materialen en informatie van professionals. De wensen en behoeften van ouders zijn hierbij leidend.

Meer over de pilot Kindercentra Goirle lees je hier.

Pilot Onderwijs Tilburg: Innovatie wijkleesfunctionaris

Onderwijs versterken, zodat kinderen kansrijk doorgroeien!
Ongeveer anderhalf jaar geleden werd de Smart Start-pilot Onderwijs Tilburg opgestart. Bestuurders van Tilburgse basisscholen wilden onderzoeken hoe data en -analyse gebruikt kunnen worden om het schoolsucces van kinderen te vergroten. Een brede onderzoeksvraag, die zich na de data-analyse en het design thinking proces voor de buurt Tilburg West richtte op de vraag: hoe zorgen we dat het leesniveau op peil blijft?  

Leesmotivatie
Het kunnen begrijpen van tekst is ontzettend belangrijk. Niet alleen op school maar ook later, om goed te functioneren in de maatschappij. Tijdens de onderzoeksfase bleek op de vier basisscholen in Tilburg West dat het leesniveau van basisschoolleerlingen in de bovenbouw terugzakte. Vroeg beginnen met (voor)lezen en leesmotivatie zijn helpend om het leesniveau te versterken, zo bleek uit onderzoek.

Het Smart Start team ging op basis van die uitkomsten tijdens de design thinking sessies in gesprek met diverse mensen uit de wijk, om samen met elkaar te kijken hoe je de leesmotivatie kunt bevorderen. Van een sportleraar tot iemand van de moskee. En van kinderen tot ouders. Een brede dialoog, waarin diverse oplossingsrichtingen op tafel kwamen.  

“Los van alle mooie ideeën was de conclusie dat iedereen ontzettend trots op de wijk is. Mensen willen graag helpen en zijn ontzettend betrokken!”, aldus Ineke Keultjes (intern begeleider Xpect Primair). ”We constateerden ook dat er heel veel initiatieven zijn, maar deze lijken los van elkaar te staan en zijn onvoldoende bekend bij de mensen.”

Wijkleesfunctionaris
Om al die verschillende initiatieven aan elkaar te knopen en te zien wat eventueel mist, is het initiatief van de wijkleesfunctionaris ontstaan. Een unieke rol, want deze staat opgesteld voor de wijk en werkt onafhankelijk; is dan ook niet verbonden aan een organisatie. Dat unieke karakter maakte dat het VSB-fonds hier een financiële bijdrage aan leverde. En een rol die Fatima Chtitihi met passie vervult!

“Ik was twaalf jaar toen ik naar Nederland kwam en wist niet waar ik moest beginnen. Wat ik toen als kind miste wil ik daarom graag andere kinderen aanreiken.”

Fatima is nog maar twee maanden geleden gestart, maar merkt nu al dat veel mensen haar weten te vinden en hulp aanbieden. Er zijn dan ook al diverse ideeën opgepakt om mensen aan het lezen te krijgen. Zo wilden buurtbewoners juist heel graag naar de bibliotheek, maar wisten niet zeker hoe het daar werkt en of er dan iemand zou zijn die hun taal spreekt om ze verder op weg te helpen. Nu gaan ze samen naar de bieb, om juist elkaar te helpen. Vanuit haar werk bij R-Newt wist Fatima ook meteen een mooie brug te slaan naar Meet & Play, door daar het onderdeel Meet & Read aan toe te voegen; waar ouders en kinderen met elkaar aan de slag gaan met lezen.

Het advies van Fatima: “Ga vooral lezen! Het kan nooit fout gaan en je wordt er steeds beter in. Alles heb je te leren. Een arts gaat ook niet meteen opereren. Dus pak een boek of tijdschrift en start.” “En ontdek de kracht van de wijk. Elke wijk heeft mogelijkheden en kansen. Leg daar de focus op en dan zul je zien dat de wijk alleen maar sterker wordt!”, vult Ineke aan.

Terugblik Smart Start – 28 maart 2023

‘Wat kan de Smart Start-manier van denken en werken je brengen? Welke concepten zijn er ontwikkeld om intergenerationele problemen bij jeugd en gezinnen te doorbreken? En hoe kun je zelf in de praktijk aan de slag gaan?’ Hierover deelden de 80 nieuwsgierige deelnemers tijdens de Inspiratiesessie Smart Start hun kennis en ervaringen. Met eerst interviews door Teun Brand en een verhaal van Pieter Tops. En na de pauze deelsessies over taal, het jonge kind, data en design thinking en persona’s.

Smart Start – pilots & concepten

‘Van genezen naar voorkomen’

Wethouders Marielle Doremalen (Gilze en Rijen en lid van de stuurgroep Smart Start) en Dilek Odabasi-Seker (Waalwijk) zijn beide bekend met de weerbarstigheid van intergenerationele problemen in gezinnen. Gemeenten doen er met hun netwerkpartners alles aan die op te lossen. ‘’Maar vooruitblikken is zo hard nodig om problemen te voorkomen’’, geven beide dames aan. ‘’Wetenschappelijk onderzoek en data-analyses leggen risicofactoren bloot die tot nadenken stemmen en om handelen vragen. Als gemeente kun je je beleid hiermee beter laten aansluiten op dat wat de kwetsbare doelgroepen daadwerkelijk nodig hebben.’’ Zowel Gilze en Rijen als Waalwijk zijn dan ook zelf betrokken bij één of meerdere Smart Start-projecten, naast gemeente Tilburg, Heusden en Goirle.

Teun Brand, Lian Smits en Dilek Odabasi-Seker

Lian Smits (bestuurder Sterk Huis en stuurgroep Smart Start) stond aan de wieg van het programma Smart Start. Zij doet ook nu nadrukkelijk de oproep te stoppen met het dweilen, terwijl de kraan openstaat. “Als we preventie op een andere manier invulling geven, door een combinatie van kennis, data en het bedenken van mogelijke oplossingsrichtingen met een brede doelgroep, dan kunnen we samen duurzaam inzetten op het voorkomen van probleemsituaties.” 

‘Alles enkel dataficeren is niet de oplossing, blijf ook het menselijk oordeelsvermogen een rol geven.’

Pieter Tops neemt alle aanwezigen mee in zijn visie op de aanpak van jeugdcriminaliteit en de rol die data daarbij kunnen spelen. ‘’Strafrecht is nodig, maar in de kern hebben we te maken een sociaal vraagstuk. Er is altijd een aanleiding die een jongere doet besluiten tot crimineel handelen. Enkel straffen voor de daad leidt niet tot het duurzaam voorkomen ervan én helpt de jongere niet. Daarom moeten we breed, systemisch, kijken naar de jongere en zijn omgeving.’’

De bijzonder hoogleraar JADS ziet graag dat er meer ruimte komt voor gedreven professionals. ‘’Heb het vertrouwen dat hij of zij weet wat er op dat moment nodig is en daarnaar handelt. En stelt iemand daar vragen over? Steun de professional. Informatie is hard nodig om de probleemsituatie te doorgronden en oplossingen te bedenken; data, feitelijke gegevens, maar zeker ook de informatie ‘op straat’, die in de hoofden en harten van professionals zit.’’ Het wegnemen van bureaucratische hobbels is ook nodig, aldus Pieter Tops. ‘’Verdeel het werk slimmer, laat de professional in de wijk niet zoveel tijd besteden aan administratie. Verbale verslaglegging kan met de techniek van nu al. En zorg voor verhalen die gedragen worden, door alle mensen die ertoe doen in het aanpakken van de problemen.’’

Pieter Tops

In een reflectie op het verhaal van Pieter Tops ziet Patricia Prüfer (Centerdata en hoofdonderzoeker Smart Start) dat zijn verhaal goed aansluit op Smart Start- denken en -werken. ‘’De maatschappelijke vraagstukken vragen om een relationele aanpak. We beginnen dan ook niet bij de data, maar bij de beschikbare onderzoeken èn de kennis en ervaringen van een brede groep mensen. Die met de problematiek te maken hebben en professionals die met hen werken. Om daarmee het sociale vraagstuk helder op tafel te krijgen. Daarna volgt een data-analyse van waaruit bijvoorbeeld doelgroepen (persona’s) gedefinieerd kunnen worden; met wie we in design thinkingprocessen interventies ontwikkelen. Deze stap naar de sociale werkelijkheid, samen met de brede doelgroep, en ook altijd de belanghebbenden, is cruciaal. In de CBS-omgeving werken onze onderzoekers met gepseudonimiseerde huishouddata; maar de analyses zelf altijd op wijk- of gemeenteniveau. De verrijking die erna plaatsvindt, met bijvoorbeeld aanvullende interviews, bestuderen van wijkdata en zeker ook de designsessies maken dat we collectieve preventieve concepten kunnen ontwikkelen, die aansluiten bij behoeften van de mensen om wie het gaat.’’

Patricia Prüfer, hoofdonderzoeker bij Smart Start

Deelsessies – De diepte in op thema’s Het jonge kind, data, taal en persona’s

Het jonge kind

Hoe kunnen we er met elkaar voor zorgen dat er minder kinderen in de eerste 1000 dagen met (ontwikkel)armoede te maken krijgen? Hierover gaat een van de recent gestarte Smart Start-pilots, onder leiding van Astrid van de Griendt. De kansen van een kind worden al voor de conceptie beïnvloed. De omgeving van een kind voor, tijdens en na de geboorte blijkt een belangrijke voorspeller te zijn van fysieke en/of mentale problemen op latere leeftijd, wat ook weer doorwerkt op volgende generaties. Armoede en stress hebben veel invloed op het gezond en veilig opgroeien, en deze invloed wordt groter wanneer er in het gezin ook sprake is van een scheidingsproblematiek of bedreiging door geweld of verwaarlozing. Een kind dat opgroeit in een gezin waar deze factoren aanwezig zijn heeft een groot risico achterstand op te lopen, een achterstand die bijna niet meer in te halen is. De eerste 1000 dagen in het leven van een kind zijn van dus cruciaal belang. Zie ook: Pilot Opgroeien in ontwikkelarmoede – Smart Start (programmasmartstart.nl)

Dit blijkt uit veel wetenschappelijk onderzoek; de plek van de wieg bepaalt in grote mate de kansen van kinderen. Een van die onderzoekers is Marion van de Heuvel (Tilburg University); zij vertelde over de biologische effecten van (ontwikkel)armoede. Marion: ‘’Als we de aanstaande moeders van nu “helpen”, helpen we ook hun dochters en zelfs hun kleindochters! De eicellen van een meisjesbaby worden immers al tijdens de zwangerschap aangemaakt en genetisch gevormd. Armoede, stress, slechte voeding, roken, alcoholgebruik, drugsgebruik, slechte omgeving (bijvoorbeeld fijnstof, lood) hebben een daar grote invloed op.”

Data

Als we het bij Smart Start hebben over data, wat bedoelen we dan? En welke data verzamelen en analyseren we? Patricia Prüfer, hoofdonderzoeker bij Smart Start, schetst het stappenplan van Smart Start. Waarbij het formuleren van de onderzoeksvraag en het bestuderen van al beschikbare onderzoeken de eerste stappen zijn: de basis voor de indicatoren waarbij databronnen gezocht worden. Bijna alle pilots maakten gebruik van CBS-microdata die datascientists van Centerdata analyseerden, soms met lokale uploads naar de CBS-omgeving. Ook werken we met vragenlijstonderzoek, op maat gemaakt of op basis van onderzoek naar advanced childhood experiences, negatieve jeugdervaringen die een leven lang doorwerken op de gezondheid, mentaal en fysiek. Voor elke pilot bepalen we de best passende methode. Zie ook de Toolkit Data: Start – Smart Start (besmartstart.nl)

Na Patricia is het woord aan Maarten den Braber, onder andere werkzaam voor het initiatief Geïntegreerde regionale data infrastructuur Achterhoek. Maarten legt uit waarom zorgorganisaties als ziekenhuizen en GGD werken aan het realiseren van een regionale data infrastructuur, hoe zij dat doen en wat we ervan kunnen leren. Behalve een visie op datainfrastructuur, is er nu ook een governancevisie. Over die structuur: verkend wordt hoe partners privacyproof data kunnen delen en gecombineerd kunnen analyseren, voor zowel preventie als curatie. Zonder de data daadwerkelijk samen te hoeven voegen; de techniek laat dat inmiddels toe. De governance vraagt om bestuurders en managers die de meerwaarde van datascience zien en uitdragen, en in hun organisaties en gezamenlijk concreet aan de slag gaan. Met datascientistst en datastewards, en altijd samen met de inhoudelijke professionals. Meer weten? Hoe zetten we data in voor inzicht in gezondheid? – HealthKIC

Taal

In Eindhoven startte Garage2020 i.s.m. Smart Start de pilot What’s Next Junior; een soort Netflix, maar dan voor boeken. Op basis van een eerder gelezen boek geeft de app jonge kinderen aan welke andere boeken je mogelijk ook leuk vindt om te lezen. De app wordt nu getest en is ontwikkeld samen met de Bibliotheek en het onderwijs. Zie ook: Pilot Eindhoven – Smart Start (programmasmartstart.nl)

Het kunnen begrijpen wat iemand zegt en zelf kunnen uitleggen wat je bedoelt is ontzettend belangrijk. Taal is de basis om goed te functioneren in de maatschappij. Lezen bevordert iemands taalgevoel en -ontwikkeling. Het is belangrijk is om de leesmotivatie bij jongeren aan te wakkeren, want als zij op jonge leeftijd lezen al leuk vinden is de kans groot dat ze dit blijven doen. Kinderen die veel lezen ontwikkelen daarmee een beter gevoel voor taal en breiden hun woordenschat uit. Die leesmotivatie is al aan te wakkeren vanaf de geboorte; als iemand voorleest.

Een ander mooi initiatief is de wijkleesfunctionaris in Tilburg West. Er zijn veel initiatieven die lezen stimuleren. De wijkleesfunctionaris zorgt ervoor dat alle initiatieven in beeld komen, knoopt ze aan elkaar waar mogelijk en speelt in op dat wat er dan nog blijkt te missen. Om zo nog meer mensen aan het lezen te krijgen. Zie ook: Pilot Onderwijs Tilburg – Smart Start (programmasmartstart.nl)

Deelsessie Taal met Teun Brand
Persona’s

Naast data is design thinking een belangrijke bouwsteen van Smart Start: een creatieve aanpak om complexe problemen op te lossen en nieuwe ideeën te ontwikkelen. In het design thinkingproces krijg je namelijk meer inzicht in de behoeften, emoties en gedrag van de doelgroep. Eén manier om je hierin de verdiepen is het maken van een persona.

Gerry Leijten vertelt over het Smart Startproject in Goirle, waarin men nadacht over hoe te bepalen wat nodig is om kinderen zonder ontwikkelachterstand op de basisschool te laten starten. ‘’Op basis van interviews met ouders van deze kinderen hebben we persona’s gemaakt. Tijdens de design thinkingsessies hebben we deze persona’s gebruikt om beter te kunnen verplaatsen in de leefwereld van ouders. Dit heeft ervoor gezorgd dat de ontwikkelde innovatie, de ontmoetgroep, aansluit bij de behoeften van de doelgroep.’’ Zie ook: https://programmasmartstart.nl/pilot-kindcentra-goirle/

Smart Start liet zich al eerder inspireren door de persona’s die de Stichting De Vonk ontwikkelde. In deze deelsessie introduceert Marja Wittenbols Selma. De persona Selma toont scherp aan dat iemand met dezelfde persoonlijke situatie heel ander gedrag kan vertonen. Inzichtgevend voor communicatie en te bieden ondersteuning! Ook maakte De Vonk een praktische signalenkaart voor hulpverleners. Zie ook de toolkit perona’s: Persona – Smart Start (besmartstart.nl)

Lenke Balogh van Sterk Huis vertelde over de ontwikkeling van de persona Jailey: zij staat voor een groep jonge cliënten van Sterk Huis (voorbeeld persona). Sterk Huis ontwikkelt persona’s samen met cliënten en gebruikt deze onder andere om nieuwe medewerkers bewust te maken van de cliëntgroepen met wie zij gaan werken of in trainingen. Ook moeten de persona’s helpen om bijvoorbeeld verwijzers een concreter beeld te geven van mogelijke cliëntgroepen en hoe bepalend levensgebeurtenissen voor hen zijn. Zie ook de toolkit perona’s: Persona – Smart Start (besmartstart.nl)

Deelsessie Persona’s met Marja Wittenbols

Presentaties deelsessie

Alle presentaties van de deelsessies kun je teruglezen via deze link: Deelsessies Inspiratiesessie Smart Start.