Basisschool De Zuidwester, in het hart van de Tilburgse wijk Korvel, worstelde lange tijd met de onevenwichtige opbouw van de wijk en met de complexe problematiek bij een aantal gezinnen in de wijk, die ook de school ‘in komt’. De eerste Smart Start-pilot leidde onder meer tot de ontwikkeling van Team op Maat: een intern begeleidingsteam, met mensen van binnen en buiten de school, dat snel kan schakelen zodra zich problemen voordoen bij kinderen. En dat risico’s op problemen herkent, zodat zij kunnen helpen om erger worden te voorkomen. Hoe zijn de eerste ervaringen van en met dit team? En: hoe ziet de gedroomde toekomst van de school en het team eruit?

Uit de wijktoets Tilburg blijkt dat een gedeelte van de bewoners van de Tilburgse wijk Korvel veel uitdagingen kent. Zo is het percentage bewoners onder de armoedegrens hoger dan gemiddeld, kent de wijk relatief veel bijstandsgerechtigden, zijn er veel echtscheidingen én kampt de wijk met verslavingsproblematiek. Een combinatie van deze risicofactoren kan bij kinderen leiden tot complexe problemen en achterstanden.

Dat merken ze ook op De Zuidwester, een echte buurtschool. Door deze problemen was de balans tussen didaktiek en pedagogiek soms zoek, schetst Intern Begeleider Claire Schilte, die zelf jarenlang voor de klas stond. “Je voelt je als leerkracht machteloos als je afhankelijk bent van hulpverleners om het kind verder te helpen. Zeker als het lang duurt voordat er wordt ingegrepen; er zaten veel schakels tussen mij als leerkracht en de hulpverlening, waardoor het een tijd duurde voordat er werd doorgepakt. We waren op een gegeven moment zoveel bezig met problematiek bij leerlingen, dat het onderwijs in de knel kwam. Erg jammer, want met gerichte hulp zouden de meeste kinderen veel verder kunnen komen.” Volgens schooldirecteur Andy de Graaf hebben leerkrachten zeker wel de expertise om kinderen met problemen te helpen. “Maar de problematiek was en is hier vaak gewoon te groot en complex voor mensen die zich vooral met onderwijs bezig zouden moeten houden.”

Gespecialiseerd team

In 2018 vond op De Zuidwester, juist vanwege het specifieke profiel van de wijk en de school, de eerste Smart Start-pilot plaats. Na interviews met ouders, leerkrachten en partners in de wijk luidde de conclusie dat er meer expertise voor kinderen en gezinnen beschikbaar zou moeten zijn. Dat leidde uiteindelijk tot de ontwikkeling van het Team op Maat, waarin – naast Claire – ook gedragscoach Christel Heeren (Sterk Huis) en Medewerker complexe jeugd Marleen Heijmans (Toegang Tilburg) werken.

Volgens Christel kreeg het Team op Maat meer vorm tijdens de Design Thinking-sessies in het kader van Smart Start (eind 2018), maar waren er al eerder plannen voor een soortgelijke aanpak. “We wilden af van die situatie waarin de school voortdurend brandjes aan het blussen was. Al snel realiseerden we ons dat een gespecialiseerd team uitkomst zou kunnen bieden; met teamleden die het speelveld kennen, snel schakelen met ouders en andere professionals en die meteen dóór kunnen pakken. Vanuit de gemeente kregen we de ruimte om zo’n team op te zetten. ‘Kijk maar wat nodig is om ervoor te zorgen dat het voor de kinderen, en ook voor de leerkrachten rustig wordt’, was de opdracht.”

Opluchting

Het Team op Maat komt met grote regelmaat bijeen. Marleen vertelt hoe een leerkracht signaleerde dat een kind in de klas zich enorm verantwoordelijk voelde voor een ander kind binnen het gezin, met wie het helemaal niet goed ging en dat suïcidaal was. “De ouders waren overbelast en daardoor niet goed bij machte om met de complexe problematiek om te gaan, en ook de gezinstherapeut had het gevoel dat dit haar pet te boven ging. Met als gevolg dat de verantwoordelijkheid voor het toezicht op het gezinslid deels bij het kind kwam te liggen. Dat was voor het kind natuurlijk een veel te grote last om te dragen; de situatie thuis bleek voor beide kinderen onveilig.” Door snel optreden van het Team op Maat werd er uiteindelijk een spoedplaatsing geregeld, blikt Marleen terug. “Met beide kinderen gaat het inmiddels stukken beter, er is in korte tijd meer rust gecreëerd, met onder andere passende behandeling. Ook voor ons was dat een behoorlijk opluchting.”

Argwaan

Het is volgens Andy maar één geslaagd voorbeeld van hoe er, sneller dan voorheen, kan worden geschakeld. “Door de korte lijnen met de hulpverleningsorganisaties is er een enorme vertrouwensband ontstaan. Dat bereik je niet als iemand ver weg achter een bureau zit. Wat het soms wel lastig maakt, is de argwaan die veel ouders nog koesteren richting allerlei instanties. Tegelijkertijd missen ze vaak het zelfvertrouwen en de empowerment om op een goede manier voor zichzelf en hun kind op te komen.” Ook Claire bespeurde in het begin behoorlijk wat argwaan richting de hulpverlening en ook het Team op Maat. “Dat vertrouwen is écht gegroeid. Nu vinden ouders het fijn als Christel video-hometraining geeft en bij hen thuis komt filmen, zodat ze die beelden later samen terug kunnen kijken. “Het is belangrijk dat we ouders meenemen in het proces, want met elkaar kunnen we het kind het beste helpen.” 

De school voelt vaak al snel aan of een kind iets extra’s nodig heeft, vult Christel aan. “Wanneer het kind extra ondersteuning nodig heeft, kan het meer tijd kosten om ouders in dit proces mee te nemen. Uiteindelijk moeten ouders zélf tot de conclusie komen dat verdere hulp nodig is – en dat is vaak lastig als er echt flinke problematiek onder zit. Het is dan goed zoeken naar de balans tussen het tempo van de school en het tempo van de ouders. Hoe geef je beide partijen het gevoel dat hun inbreng belangrijk is?” Waar Christel in het begin 8 uur aanwezig was op school en soms moest ‘zoeken’ naar haar ingangen, zitten haar huidige 12 uur op school inmiddels standaard ‘propvol’. “We weten elkaar als team steeds beter te vinden. Ook ga ik steeds meer outreachend te werk binnen de school: door informele gesprekken met leerkrachten en ouders.”

Vertrouwensband

Uit onderzoek blijkt dat kinderen zich beter ontwikkelen als school en ouders goed samenwerken, vertelt onderwijskundig teamleider Karlijn Dankers van De Zuidwester. “Je wil voorkomen dat je alleen contact hebt met ouders als het niet goed gaat met hun kind of als ze niet tevreden zijn over school. Want in die situatie loop je het risico dat ouders en school tegenover elkaar komen te staan, terwijl je juist graag met ze samen wil werken in het belang van het kind. Daarom is er bij ons op school een start gemaakt met ouderbetrokkenheid 3.0, waarbij we vanaf het begin investeren in de relatie met ouders. Bij rondleidingen voor ouders benadruk ik ook altijd dat we werken volgens het ‘all-in-concept’: dat we korte lijnen hebben met alle betrokken partijen, zoals de VVE, de gezonde-schoolspecialist, het consultatiebureau en de wijkagent. Dat we het belangrijk vinden dat de school en de wijk elkaar versterken en de drempels naar elkaar toe verdwijnen. De afgelopen jaren werden onze grenzen enorm opgerekt; te vaak kwamen we als school op de stoel van hulpverlener terecht. Vaak bleek elkaar kennen het verschil te maken. Nu kunnen we snel schakelen op het moment dat er zorgen zijn.”

Spil in de wijk

Waar staan De Zuidwester en het Team op Maat over vijf jaar? Claire hoopt vooral dat het dan nog vanzelfsprekender is geworden dat verschillende partners in- en uitlopen en gedeelde verantwoordelijkheid dragen. “In de designsessies van Smart Start is dit als een tweede ambitie naast het Team op Maat genoemd. Nu het Team op Maat goed draait, gaan we met dit tweede idee aan de slag: het all-in concept. Neem de wijkagent: daar heb ik nu al een kort lijntje mee. Zeker in deze wijk moet je samen optrekken; als wij weten hoe kinderen de school binnenkomen, kunnen we daar op anticiperen. Samen met alle partners streven we ernaar om kinderen optimaal in beeld te hebben. En verder zou het mooi zijn als we partijen als de politie en de GGD ook eens op leuke en informatieve momenten in onze school kunnen ontvangen.”

Ook Karlijn hoopt dat de school de komende jaren uitgroeit tot de ‘spil in de wijk’. “Een laagdrempelige plek, waar bijvoorbeeld ook de GGD af en toe binnenloopt om voorlichtingsochtenden te verzorgen. En waar ouders geen angst meer kennen om veroordeeld te worden, maar het gevoel hebben: we doen het samen.” De basis voor gerichte ondersteuning ligt er nu, stelt Christel. “Nu moet het nog normaler worden dat kinderen die zorg gaan krijgen, als die nodig is. Dat de wijk meer de school in komt en de school meer de wijk in gaat. En dat de ouders daar vanzelfsprekend een belangrijke rol in hebben, nóg meer dan nu.”

Preventie

Een belangrijk doel van Smart Start is preventie. Andy zou graag zien dat dat de komende jaren meer aandacht krijgt, zowel van het Team op Maat als van het praktiseren van het all-in-concept. De effectmeting die dit schooljaar loopt, met onder andere gesprekken met ouders, leerkrachten en professionals zal daar extra handvatten voor geven, is de verwachting. “In deze coronatijd is het fysieke overleg tussen ons en partijen als ContourdeTwern, de politie en woningbouwverenigingen helaas opgeschort, al kunnen we nog altijd snel schakelen via een groepsapp. In de toekomst hopen we, nog meer dan nu, te kunnen voorkómen dat problemen escaleren.”

Ook Marleen hoopt dat het team erin slaagt om meer te doen aan preventie. “De aandacht gaat nog vaak naar kinderen met de grootste ondersteuningsbehoefte die snel iets nodig hebben. Daar kunnen we nu steeds beter in voorzien. Nu is het zaak om ook in het traject daarvóór al meer te doen.” Meer aandacht voor preventie zorgt ervoor dat leerkrachten nóg meer dan nu vooral aan onderwijs toekomen, benadrukt Karlijn. “Dan kunnen we als school weer doen waar we goed in zijn: kinderen zo goed mogelijk toerusten voor een kansrijke plek in de samenleving.”