Begin maart vond de eerste design thinkingsessie plaats voor de Smart Start-pilot Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. Dit gebeurde onder aanwezigheid van een deel van de partners van het Bestuurlijk Platform Huiselijk Geweld en Kindermishandeling in de Regio Hart van Brabant: Amarant, Veilig Thuis, Sterk Huis, de gemeente Tilburg, GGD Hart voor Brabant, de Raad voor de Kinderbescherming en Novadic-Kentron.

Deze vruchtbare sessie leverde vanuit de hoofdvraag ‘Hoe kunnen we in de regio Hart van Brabant huiselijk geweld en kindermishandeling voorkomen?’ een schat aan indicatoren en deelvragen op. Waardevolle input, die de komende periode aan de hand van onderliggende bronnen en data wordt geanalyseerd, mede ter verrijking en verscherping van de hoofdvraag.

Onderzoek datavolwassenheid 
Het eerste deel van de design thinkingsessie stond, onder leiding van Patricia Prüfer en Fabiënne Reedijk van Centerdata, in het teken van de ervaringen van de deelnemers rond de Smart Start Scan, gericht op ieders datavolwassenheid. Daaruit kwam naar voren dat alle partners hoog scoren als het gaat om kennis over data-analyse. Later volgt nog een rapport met de uitkomsten per organisatie, inclusief aanbevelingen op maat. Dit gecombineerd met een verdere dataverkenning voor het verscherpen van de definitieve onderzoeksvraag.

Risico-indicatoren
Het tweede deel van de sessie bestond uit een grote brainstorm met alle deelnemers, wat allereerst een interessante lijst aan potentiële risico-indicatoren opleverde. Fabiënne Reedijk legt uit: “We willen de doelgroep rondom huiselijk geweld en kindermishandeling beter leren kennen en begrijpen. Vanuit Centerdata doen we dit op een kwantitatieve manier door het onderzoeken van CBS-microdata in combinatie met de data van de deelnemers. Binnen die data gaan we onder andere op zoek naar de risico-indicatoren die tijdens de sessie naar voren kwamen, zodat we de doelgroep steeds specifieker kunnen beschrijven.”

Kenmerken van de wijk
“De lijst met potentiële risico-indicatoren is lang en interessant”, deelt Fabiënne. “De deelnemers noemden onder meer de volgende factoren die mogelijk invloed hebben op huiselijk geweld en kindermishandeling: gezondheid, jeugdhulp, Wmo-begeleiding, kenmerken van de wijk (zoals de aanwezigheid van speeltuintjes, openbaar groen, afstand tot de kroeg, het bouwjaar/type van huizen en de afstand tot school) en meldingen van overlast en inbraken.”

Onverwachte indicatoren
Fabiënne: “Er waren ook veel onverwachte indicatoren, zoals een toename van het aantal meldingen net voor en na de schoolvakanties en seizoenseffecten. Een andere opvallende indicator was dat kale mannen vaker dader van huiselijk geweld lijken te zijn. De komende tijd gaan we de indicatoren verder onder de loep nemen: zijn de indicatoren ook aanwezig in de data en is er al vaker onderzoek naar gedaan? Zo bekijken we welke indicatoren relevant zijn om verder mee te nemen in de pilot.”

Deelvragen
Tijdens de sessie zijn niet alleen indicatoren benoemd, maar ook veel deelvragen. Anne-Lieke Piggen, facilitator Design Thinking Smart Start, is zeer tevreden over de uitkomsten. “Je kunt op verschillende manieren je hoofdvraag verrijken en aanscherpen. Wij hebben dat gedaan vanuit een grote brainstorm en door samen out of the box na te denken over mogelijke deelvragen rond de onderzoeksvraag. De combinatie van bestaande kennis met nieuwe bronnen en verbanden leverde ons verfrissende inzichten en deelvragen op.”

Clusters
Anne-Lieke: “In een voorbereidende sessie hadden we ook al een out of the box-brainstorm gedaan over het onderwerp en de niet voor de hand liggende indicatoren. Deze frisse input is ook verwerkt in de deelvragen. Sommige deelvragen zijn meer verklarend en andere deelvragen meer voorspellend, definiërend of tonen onderlinge relaties met elkaar. Om alles nog duidelijker in beeld te krijgen, hebben we de deelvragen geclusterd in thema’s, waaronder demografische gegevens, relatie met andere problematiek (zoals verslaving en psychische problemen), externe omstandigheden (tijd, seizoen en weer), externe omstandigheden fysieke omgeving (buurt en woning), gezinskenmerken, hulpverlening, school/leerplicht/werk, gezondheid en overig.”

Samenwerking
Volgens Anne-Lieke is de lijst met deelvragen zeer, compleet, verrassend en uiteenlopend met deelvragen als: ‘Zijn mensen die zonnebrillen dragen als de zon niet schijnt vaker slachtoffer?’ tot ‘Wat hebben de GGD, Amarant, de Raad voor de Kinderbescherming, Sterk Huis, Novadic-Kentron en de gemeente met elkaar gemeen?’ Anne-Lieke: “Mooi dat deze laatste deelvraag ook aan bod is gekomen, aangezien onze samenwerking ontzettend belangrijk is in de aanpak tegen huiselijk geweld en kindermishandeling. Als we alle gegevens en informatie van onze organisaties op elkaar leggen, levert dat veel nieuwe kennis op.”

Hoe nu verder?
“Eerst gaan we alle deelvragen verder onderzoeken”, legt Anne-Lieke uit. “Elke indicator en deelvraag nemen we mee in onze rugzak. Sommige deelvragen pakken we snel uit en andere deelvragen blijven nog een tijdje bewaard in de rugzak. Naast de deelvragen nemen we ook andere aandachtspunten mee. De focus ligt nu vooral op gezinsproblematiek met klassieke voorbeelden van huiselijk geweld en kindermishandeling, maar in onze verdere verdieping willen we ook specifiekere zaken zoals seksueel geweld, stalking of ouderenmishandeling meenemen.”

Koppeling met data
“De komende tijd willen we vooral meer inzicht krijgen in de data van alle deelnemende partners om vervolgens de opgehaalde indicatoren en deelvragen aan deze data te koppelen”, vertelt Anne-Lieke. “Als blijkt dat de data kwalitatief op orde zijn en er ook voldoende bronnen onder liggen, kunnen we het geheel (pseudo-anoniem) gaan analyseren en daarmee de hoofdvraag verder verrijken. Indien nodig zetten we ook CBS-microdata in.”

Creatief en verfrissend
De eerste design thinkingsessie heeft niet alleen waardevolle input opgeleverd, meer ook een nog groter enthousiasme. “Als je met elkaar zou gaan zitten voor een ‘standaard’ brainstorm, kwam je nooit tot deze diepgaande kennis en resultaten”, verklaart Anne-Lieke. “Via de design thinkingmethode ga je aan de slag met creatieve en verfrissende denk- en werkvormen en maak je bewuste vervolgstappen waarin je gaat verbreden, versmallen, clusteren en ook dingen aan elkaar koppelt. Je leert op een andere manier kijken, waardoor je vaak ineens bepaalde structuren ziet waar eerder nog een blinde vlek bestond. Zaken waar je jarenlang een onderbuikgevoel over had, worden nu geanalyseerd en geconcretiseerd.”  

April 2022