#smartartikel

Wetenschappelijke kennis wordt niet goed gebruikt in de jeugdhulp, zegt Dijkshoorn. „Data, data, data – dat is het belangrijkst.” @NRC

‘Mishandelen doen we allemaal’. Het zou een goede slogan voor de jeugdbescherming kunnen zijn, zegt Peter Dijkshoorn (65). In zijn weelderige tuin in Giethoorn denkt de niet-praktiserend jeugdpsychiater en voormalig bestuurder van een jeugd-ggz-instelling hardop na over hoe hij kindermishandeling zou willen aanpakken. Hij ziet een landelijke, langlopende campagne , zoals de BOB-campagne tegen alcohol in het verkeer, voor zich. „Die werkte als een tierelier.”

Het is één van de ideeën die Dijkshoorn heeft als ‘landelijk ambassadeur voor een lerend jeugdstelsel’, een functie die sinds vorig jaar bestaat en is bedacht en betaald door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Dijkshoorn denkt mee over hoe de jeugd-ggz, jeugdzorg en jeugdbescherming kan verbeteren. Hij schuift aan bij gesprekken van het ministerie van Volksgezondheid en de VNG over de toekomst van het jeugdhulpstelsel – een onvermijdelijk onderwerp in de kabinetsformatie. Ook schreef hij, met andere experts, een pamflet met aanbevelingen – Op de groei – dat onlangs verscheen.

Het klinkt wellicht tegenstrijdig, maar om kindermishandeling te voorkomen, zul je het eerst moeten ‘normaliseren’, denkt Dijkshoorn. „Jaarlijks worden in Nederland ruwweg 125.000 kinderen mishandeld. Dat begint vanuit onmacht, niemand slaat zijn kind voor de lol.”

Maar ouders durven geen hulp te zoeken. „We hebben een cultuur gecreëerd waarin ouders bang zijn dat ze hun kind kwijtraken.” Want dat zijn de verhalen die vooral naar buiten komen. „Terwijl we uit onderzoek weten dat kinderen die mishandeld zijn daar langdurige problemen aan overhouden. Angstklachten, trauma’s. Zij geven die weer door aan hun kinderen.” Dus: hoe eerder ouders met trauma’s in beeld komen en geholpen kunnen worden, hoe beter – voor ouder en voor kind. Hoe? Door de geveltekst van Veilig Thuis te veranderen, zegt Dijkshoorn: „Hier krijgt u hulp als het thuis uit de hand loopt. 95 procent van de kinderen die wij helpen blijft thuis wonen.”

Lees hier verder