Een kind is van zichzelf niet moeilijk

De kloof tussen kansarm en kansrijk, de verkokerde zorg en probleemgericht werken, maakt de hulpverlening aan gezinnen er niet gemakkelijk op. Zorgbestuurder Lian Smits pleit voor een open en confronterende houding tegenover gezinnen waar veel aan de hand is. Zo vroeg mogelijk, nog voordat problemen zich gestapeld hebben. “Kijk je niet goed naar wat er allemaal speelt binnen het gezin, dan betaalt het kind uiteindelijk de rekening.”

Wat maakt uw werk aantrekkelijk? 

“Inmiddels werk ik 20 jaar als bestuurder in de hulpverlening. Wat mijn werk aantrekkelijk maakt, is dat we steeds beter invulling geven aan onze missie ‘ieder mens een veilig en zelfstandig leven’. Het team van Sterk Huis heeft ook echt die ambitie en met elkaar zoeken we de randen op. Vanuit een ‘misschien kan het niet, maar het moet wel, dus hoe pakken we het aan?’ Onze drive is om het zo goed mogelijk te doen samen met de gezinnen waarmee we werken, zodat de gezinsleden zich als autonome mensen kunnen redden. Dat maakt dit werk prachtig.”

“Het gebeurt vaak dat jonge meiden die in de prostitutie zijn uitgebuit weglopen uit de hulpverlening en teruggaan naar de criminele netwerken. De reflex om hen dan gesloten te plaatsen is groot, maar een gesloten setting bezorgt een meisje een extra trauma. Uit ervaring weten we dat zo’n meisje ergens in de behandeling gaat weglopen, dus dat bespreken we van tevoren met haar, haar ouders en voogd. We geven aan dat we haar op zo’n moment proberen binnen te houden, ook al mogen we als hulpverlening kinderen niet vastpakken of opsluiten. Maar moeten we haar dan laten instappen bij de pooier die met zijn Mercedes hier voor de deur staat? Volgens het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind, hebben wij de opdracht om minderjarigen te beschermen wanneer ze risico lopen. Wij kunnen onze keuze en handelwijze altijd aan een rechter of inspectie uitleggen. Dat gesprek aangaan met het team, de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, en het ministerie van VWS over wat uiteindelijk de bedoeling is en daarnaartoe bewegen.”

Welke kansrijke ontwikkeling wordt in uw vakgebied nog te veel over het hoofd gezien? 

“We moeten beter gaan zien dat veel problemen van kinderen en van ontstaan van geweld, voortkomt uit de gezinsproblematiek. Een kind is van zichzelf niet moeilijk, het is hooguit moeilijk geworden. We hebben de neiging om signaalgedrag zoals lastigheid, agressiviteit, boosheid of angst toe te schrijven aan  het kind. Kijk je niet goed naar wat er allemaal speelt binnen het gezin, dan betaalt het kind uiteindelijk de rekening voor alle ellende die eruit voortkomt.” 

“Kijk naar de sociale basis, wat speelt er aan stress in het gezin? Kijk ook naar de problematiek van de volwassenen, zoals het effect van een scheiding of wat ze zelf als kind te veel of te weinig meekregen. In onze samenleving hebben we een ingrijpcultuur gecreëerd, bij moeilijke situaties reageren we vrij vlot met de mogelijkheid van kinderbeschermingsmaatregelen. Vanuit die dreiging geven ouders niet gemakkelijk toe dat er veel aan de hand is in hun gezin. Daar valt nog een wereld te winnen. Hier bij Sterk Huis zeggen we tegen ouders: ‘We weten dat u het beste wilt voor uw kind, maar het staat wel stevig onder druk in uw gezin. Hoe kunnen we u helpen om het weer op orde te krijgen?’ Dat vraagt veel van de hulpverleners, want ze moeten door stevige weerstand heen. Toch moeten we luisteren en de dingen doen die helpen. Werk je niet met het complete gezin aan alles wat er speelt, dan gaat de hulpverlening aan het individuele kind ook niet helpen.”  

Welke bedreiging krijgt onvoldoende aandacht?  

“Ik vind dat het thema kansarm-kansrijk en de risico’s die dat met zich meebrengt, politiek niet de aandacht krijgt dat het nodig heeft om te voorkomen dat over 15 jaar de problemen nog groter zijn. Alle kennis over armoede en kansenongelijkheid is voorhanden, maar we hebben politiek leiderschap nodig om te komen tot overheidsbeleid dat de verschillen dempt. Het feit dat we 17 partijen hebben in de Tweede Kamer, helpt niet om dat te bereiken. Ik vind dit een groot risico. Nederland is zo rijk, heb het lef om te herverdelen. Hou op met ingewikkelde regels rondom toeslagen en dergelijke. Ik zie zoveel mensen die ervoor kiezen om maar niet meer te gaan werken, omdat ze dan hun toeslagen verliezen. Trek een streep en zeg: ‘Deze mensen hebben financiële ondersteuning nodig en die niet. En werken moet lonen. Zeker bij laagbetaald werk. Punt.’ Vanuit een visie met goed onderliggend beleid en helder uitgelegd.” 

“Een ander punt is dat we Nederland hebben verkokerd. De sectoren zijn onderverdeeld in jeugdzorg, vrouwenhulpverlening, gecertificeerde instellingen, Veilig Thuis, Raad voor de Kinderbescherming. Ook de specialistische kennis is onderverdeeld, in geestelijke gezondheidszorg, hulp aan  mensen met een licht verstandelijke beperking, jeugd- en opvoedproblematiek, verslavingszorg enzovoorts. Maar complexe problematiek loopt dwars door al die opdelingen heen. Waar moet iemand met een kluwen van problemen aankloppen? Wij kregen onlangs de vraag om met spoed een alleenstaande moeder en haar 4 kinderen op te nemen. De moeder lag in het ziekenhuis nadat ze ernstig letsel had opgelopen vanwege eergerelateerd geweld. Ze zorgde zelf voor haar meervoudig gehandicapte zoontje. Wij wisten vanwege het veel zorg vereisende kind even niet hoe we dit moesten aanpakken, maar we zijn ervoor gegaan. We spraken ons medische netwerk aan. Door de verkokering kan dit eigenlijk niet, maar als we het écht willen, kan het wel.” 

Stel u zit aan het knoppenpaneel, welke verandering voert u door om een grote stap vooruit te kunnen zetten? 

“In ons werk gaan we pas wat doen als er problemen zijn. We werken nu individueel en probleemgestuurd. Echter, zo’n 80 procent van de problemen waarmee wij worden geconfronteerd is uit de klauwen gelopen problematiek die veel eerder is ontstaan. Ik wil de knop verschuiven naar collectief en preventief de basis versterken, zodat mensen zich kunnen redden. Dus van ingrijpen aan de achterkant verplaatsen naar de voorkant, dichter bij het ontstaan van de hindernissen. Om die reden maken we bijvoorbeeld deel uit van een team op maat met leerkrachten, hulpverleners en jongerenwerkers op een basisschool in een wijk waar veel speelt. Daar kunnen kinderen en ouders met hun ‘gedoe’ terecht. De medewerkster van Sterk Huis in dat team wordt er niet gezien als iemand van jeugdzorg, maar ze is gewoon van het schoolteam en weet veel als het thuis niet goed gaat. Daar begint nu te ontstaan dat ouders met hun problemen met haar komen praten.”

Welke belangrijke les heeft u door uw werk opgestoken?  

“Doe het samen met je team en bouw daar voortdurend aan. Ik kan het beste idee van wereld hebben, maar de kunst is om dat met het team uit te werken en uit te voeren. Dat raakt altijd  aan de vraag ‘waarom we dit gaan doen?’. En het gaat over leiderschap. ‘We hebben het er goed over en we gaan die kant op met elkaar, mensen.’ Samenwerken heeft visie en focus nodig.” 

“Ik heb ook geleerd dat de meeste mensen echt wel het beste willen, maar soms zitten daar taaie, moeilijke lagen van boosheid, frustratie of agressie omheen. Het vergt menselijkheid en professionaliteit om door die dikke muren en weerstanden heen te breken. Soms lukt dat niet, dan heeft iemand zoveel meegemaakt dat de muur die iemand om zich heen heeft gebouwd te dik is. Of het zegt iets over ons dat het niet lukt. Wat er ook aan ten grondslag ligt, het begint bij iemand heel serieus nemen en volledig eerlijk zijn. Hulpverlening is tweerichtingsverkeer; je kunt niet alleen maar eisen, je moet ook kijken naar jouw eigen aandeel en mogelijkheden.” 

Samen werken aan een goede start

Hoe kunnen we ervoor zorgen dat álle kinderen zonder achterstanden aan de basisschool beginnen? Om die vraag draait het onderzoek Smart Start, dat dit najaar wordt uitgevoerd in de gemeente Goirle. Doe ook mee! En draag zo bij aan een goede toekomst voor de kinderen binnen onze gemeente.

Op de basisschool leggen kinderen een belangrijke basis voor de rest van hun leven. Hier leren ze lezen, schrijven en rekenen. Ook leren ze hier samenwerken met andere kinderen. En vaak sluiten ze op school ook hun eerste vriendschappen.

Achterstand

De meeste kinderen doen het hartstikke goed. Maar helaas beginnen niet alle kinderen met evenveel kansen. Sommige kinderen hebben bijvoorbeeld een kleine of grote taalachterstand. Of ze kampen op een andere manier met problemen die hun ontwikkeling in de weg zitten; ze kunnen bijvoorbeeld op sociaal vlak niet goed meekomen, of er is thuis iets aan de hand.

Om deze kinderen te helpen hun achterstand in te lopen, kan de gemeente extra ondersteuning inzetten. Het gaat dan bijvoorbeeld  om een extra dagdeel kinderopvang of om specifieke ondersteuning. Maar de kinderen die dat nodig hebben, komen niet altijd bij die extra ondersteuning terecht. Dat kan zijn omdat hun problemen niet gezien worden, óf omdat ouders geen gebruik willen of kunnen maken van kinderopvang.

Daarom starten we dit najaar met de pilot Smart Start. Hiermee willen we onderzoeken hoe we de ontwikkelkansen van kinderen kunnen vergroten. Ook wil de gemeente in kaart brengen waarom ouders wel of niet voor kinderopvang kiezen. En of het aanbod van opvang in Goirle voldoende aansluit bij de behoeftes en wensen van kinderen en hun ouders/verzorgers.

Digitale vragenlijst

Begin september krijgen álle gezinnen met jonge kinderen een brief van de gemeente. In die brief staat een uitnodiging om deel te nemen aan dit belangrijke onderzoek. Via de QR-code of de link in de brief kunt u een digitale vragenlijst invullen. De vragen gaan onder meer over hoe u aankijkt tegen verschillende vormen van kinderopvang, en over de ontwikkeling van uw kind.  

Goed om te weten: de vragenlijst wordt volledig anoniem verwerkt door een onderzoeksbureau. De onderzoekers delen alleen de resultaten met de gemeente; de gemeente krijgt uw antwoorden niet te zien. Uw privacy is dus altijd gewaarborgd.

Goede start

Met de uitkomsten van deze vragenlijsten gaat de gemeente vervolgens aan de slag. Samen met ouders/verzorgers en mensen uit de opvang en het onderwijs gaan we praten en nadenken. Hoe kunnen we de ontwikkelkansen van jonge kinderen verder verbeteren? En hoe kunnen we extra ondersteuning voor die kinderen die het nodig hebben aantrekkelijker maken voor ouders? Zo zorgen we er samen voor dat straks élk kind in Goirle een goede start kan maken op de basisschool.

Juiste ondersteuning

Ook wethouder Piet Poos (Jeugd) benadrukt hoe belangrijk het is dat alle kinderen de beste kansen krijgen op een goede toekomst. “We willen dat kinderen gezond en veilig kunnen opgroeien in een prettige thuissituatie, en dat ze zich goed kunnen ontwikkelen op school. Maar we weten ook, dat sommige kinderen al een achterstand hebben nog voordat ze een voet over de drempel van de basisschool gezet hebben. Om deze kinderen tóch de kans te bieden op de best mogelijke ontwikkeling, is het belangrijk dat ze op tijd de juiste ondersteuning krijgen.”

Doe mee!

Om een goed beeld te krijgen van de situatie in Goirle, is het belangrijk dat zoveel mogelijk ouders en verzorgers meedoen aan dit onderzoek. Dus óók als uw kind het goed doet en al gebruikmaakt van een vorm van kinderopvang. Doe daarom mee!