Pilot Huiselijk Geweld en Kindermishandeling

Een pleger van nu is vaak het slachtoffer van toen.

Als het om huiselijk geweld en kindermishandeling gaat, is er al veel bekend over patronen, plegers en slachtoffers. Er is bijvoorbeeld vaak sprake van intergenerationele overdracht: een pleger van nu is vaak het slachtoffer van toen. Met de Smart Start-pilot Huiselijk Geweld en Kindermishandeling wordt nog veel meer kennis verzameld. “Want hoe meer we weten, hoe meer we in de toekomst kunnen voorkomen”, aldus Patricia Prüfer, vanuit Centerdata hoofdonderzoeker bij Smart Start.

Hoe kunnen we huiselijk geweld en kindermishandeling in onze regio eerder signaleren en tevens voorkomen? Deze vraag staat centraal binnen deze pilot. “We zijn momenteel met zes organisaties van het Bestuurlijk Platform Huiselijk Geweld en Kindermishandeling in de Regio Hart van Brabant bezig met een verkenning”, deelt Patricia. “Hiermee onderzoeken we allereerst de datavolwassenheid van de zes deelnemende organisaties: wat hebben zij allemaal in huis als het gaat om data en wat is überhaupt nodig om hiermee op een brede manier te werken?”

Hoe kunnen we huiselijk geweld en kindermishandeling in onze regio eerder signaleren en voorkomen?

Verschil maken

Patricia: “Voor veel partners van het Bestuurlijk Platform is het nieuw om datagedreven, op basis van inzichten uit betrouwbare data, te werken. Daarom starten we eerst met een onderzoek naar de datavolwassenheid van de deelnemers. Tijdens de verkenning duiken we – vanzelfsprekend op verantwoorde en ethische wijze – ook meteen in de gegevens van alle organisaties om te kijken welke relevante informatie al aanwezig is voor een data-analyse. Deze organisaties beschikken over heel veel data van (oud)-cliënten, waarmee we hopelijk een duidelijker beeld krijgen over de factoren van de vaak intergenerationele problematiek van huiselijk geweld en kindermishandeling.”

Indicatoren

“Als we straks meer informatie hebben over de datavolwassenheid van de platformpartners en over de kennis die zij zelf al in huis hebben, bedenken we de vervolgstap. Misschien hebben we al voldoende aan alle verzamelde data of misschien voegen we ook nog CBS-microdata toe aan de analyse. Daarna maken we de stap richting design thinking, waarbij we op basis van de beschikbare data de indicatoren onderzoeken en bekijken welke preventieve, creatieve aanpakken mogelijk zijn.”

Verschil maken

Het streven is om de verkenning nog voor de zomer af te ronden. Volgens Patricia zijn alle platformpartners reuzebenieuwd naar het vervolg met de design thinking-sessies. “De partners werken al heel lang onderling samen en zijn vaak met dezelfde gezinnen bezig, maar nu ontstaat er veel meer openheid waarbij de organisaties nog meer van elkaar kunnen leren.”