Update Inspiratieplein

Kansengelijkheid staat al een aantal maanden hoog op de maatschappelijke en politieke agenda. Dat komt ook door de effecten die de coronamaatregelen hadden op kinderen en gezinnen, en de onderzoeken die verschenen zijn over onder meer kinderarmoede. Als programma Smart Start juichen we deze aandacht toe. Op basis van kennis oplossingen bedenken, maar dan ook versterkt door data en onderzoek. Het regionale designteam dat dit voorjaar getraind is, staat klaar om designprocessen te begeleiden voor Smart Start-vraagstukken, groot en klein.

In deze nieuwe editie van het Inspiratieplein praten we jullie graag bij over Smart Start. En tegelijkertijd zouden we nog veel meer willen delen en willen vragen. Want in een lerend programma als Smart Start missen we de inspiratiesessies waarin we elkaar ontmoeten enorm. Hopelijk is het begin 2022 zover. In de tussentijd nodigen we je uit om het Inspiratieplein te bezoeken en te laten weten wat je ervan vindt.

De zomerperiode gebruiken wij om een online tool te ontwikkelen voor een overdraagbare aanpak voor Smart Start. Dit gaan we dit najaar lanceren. De voorbereidingen zijn in volle gang. Wij wensen jullie een fijne zomer! 

Ga hier naar het Inspiratieplein

In de update van ons inspiratieplein gaan de projectleider van K!NDT en programma manager van Smart Start met elkaar in gesprek. K!NDT en Smart Start, twee inspiratiebewegingen die, ieder op een eigen manier, naar hetzelfde thema kijken en elkaar versterken.

In Nederland groeit één op de twaalf kinderen op in armoede. Deze ruim 300.000 kinderen hebben geen onbezorgde jeugd. De financiële zorgen hebben niet alleen invloed op hun jonge levens, maar ook op later: op de ontwikkeling en toekomst van deze kinderen. Twee wethouders uit het sociale domein willen deze cirkel van kansenongelijkheid doorbreken. En we presenteren jullie in deze update ons Designteam, 9 creatieven die jullie kunnen helpen om ingewikkelde vraagstukken op te lossen met verrassende werkvormen. ​

Inspiratieplein Smart Start

Kansengelijkheid voor alle kinderen; het is actueler dan ooit. Het afgelopen jaar is het extra duidelijk geworden dat het uitmaakt waar je wieg staat, wat je postcode is. Met de Smart Start-projecten willen we dit veranderen. Niet alleen met de lopende en geplande projecten, maar zeker ook door Smart Start-denken – innovaties voor jeugdvraagstukken op basis van data, kennis en design thinking – op andere manieren toe te passen. 

We kunnen er veel over vertellen en zouden dat het liefst weer live doen, tijdens een van onze Inspiratiesessies. Maar die moeten nog even wachten. Daarom hebben we het Inspiratieplein ontwikkeld. Geen webinar of online congres. Maar een plein met een o.a. Smart Start-animatie, een Talk over armoede, verhalen van onze ‘Smart Students’ en een tweegesprek waarin twee werelden samenkomen; die van Smart Start en UMC Utrecht. We nodigen je uit het Inspiratieplein te bezoeken.

Klik hier om naar het inspiratieplein te gaan

“De meeste kinderen vinden armoede ‘normaal’: niets om je voor te schamen”

‘Smart Students’ Sanne en Naomi onderzochten armoede voor pilot Gilze en Rijen

Toen Sanne van den Heuvel en Naomi Schuermans – beiden 17 jaar en eerstejaarsstudent aan de Fontys Hogeschool Pedagogiek in Tilburg – vanuit school een onderzoeksopdracht kregen, kwamen ze uit bij de pilot Gilze en Rijen van Smart Start. Samen verdiepten de ‘Smart Students’ zich in armoede, met als onderzoeksresultaat een aantal bijzondere gesprekken met kinderen over dit nog altijd beladen onderwerp.

Sanne en Naomi gingen op onderzoek uit: wat is armoede precies, welke invloed heeft het op kinderen en wat betekent armoede voor een gezin? “Hierover hebben we gesprekken gevoerd met kinderen in de leeftijd van 10 – 12 jaar”, vertelt Naomi. “We kozen bewust voor gesprekken en niet voor interviews. Dat voelt prettiger voor kinderen. De gesprekken waren in duo’s, zodat de kinderen op elkaars antwoorden konden inhaken.”

Wat weet jij over armoede?
Sanne: “Vooraf lieten we de kinderen een filmpje zien over een meisje dat in armoede leeft. Daarna stelden we vragen: Wat viel je op? Wat vond je ervan dat het meisje naar de voedselbank ging en tweedehandskleding droeg? Wat weet je over armoede? Kan je het aan kinderen zien als ze in armoede leven? Wat merk je ervan op school? De meeste kinderen zaten op één lijn, hoewel ze over bepaalde thema’s ook een heel eigen mening hadden.” Naomi: “De antwoorden waren ook afhankelijk van de omgeving waarin de kinderen opgroeien: heeft een kind wel of niet te maken met armoede?”

‘’We denken wel dat er iemand in de klas zit die arm is, maar daar vragen we niet naar’’, zeggen de kinderen.

Kinderen vinden armoede niet raar
“De meeste kinderen vonden armoede ‘normaal’: niets om je voor te schamen”, aldus Sanne. “Ze vonden het niet raar dat sommige kinderen tweedehandskleding dragen of naar de voedselbank gaan, maar wel zielig dat deze kinderen niet hetzelfde kunnen doen en kopen. Veel kinderen hoopten dat er meer aan armoede gedaan wordt. Wat dat precies moet zijn, wisten ze niet.”

Openheid
Naomi: “Een opvallende uitkomst is dat er op scholen weinig aandacht wordt besteed aan armoede. Kinderen zeiden bijvoorbeeld: Daar hebben we het eigenlijk nooit over. We denken wel dat er iemand in de klas zit die arm is, maar daar vragen we niet naar. Er lijkt dus nog altijd een taboe op het onderwerp te zitten. Dat herken ik wel van vroeger. In mijn basisschooltijd werd er ook bijna niet over gepraat, terwijl het belangrijk is voor kinderen om er open over te zijn. Als je met kinderen in gesprek gaat over armoede, blijkt dat ze graag ideeën willen aandragen.”

“Op scholen wordt weinig aandacht besteed aan armoede.”

Gelijke kansen voor iedereen
Sanne en Naomi hebben in totaal vier maanden onderzoek gedaan voor de pilot Gilze en Rijen. “Het mooie van Smart Start is dat het gericht is op het voorkomen van problemen in plaats van het oplossen ervan”, benadrukt Sanne. “En dat het draait om gelijke kansen voor iedereen”, vult Naomi aan. Sanne: “We hebben met veel plezier aan dit onderzoeksproject gewerkt en zijn blij dat we ons steentje konden bijdragen.” Naomi: “Ik vond het heel interessant, want ik wist nog niet veel over armoede. Er moet écht meer aandacht komen voor dit onderwerp.”

“Ik wist nog niet veel over armoede. Er moet écht meer aandacht komen voor dit onderwerp.”

Te gast op het Zorg+Welzijn congres Armoede en Schulden

Smart Start: ‘Durf risicofactoren serieus te nemen’

Waarom wachten tot families bij ons aankloppen? Waarom wachten tot de ellende zo groot is? Uit die verbijstering is het programma Smart Start in Brabant ontstaan. Bestuurder Lian Smits van Sterk Huis en Patricia Prüfer, hoofd data Science van Centerdata, een aan Tilburg University gelieerd onderzoeksinstituut, zijn ervan overtuigd: ‘Met hulp van data en wetenschappelijke kennis kunnen we die negatieve spiraal doorbreken.’

‘De problemen die we bij families en cliënten zien, zijn vaak jaren geleden al ontstaan. Waarom zo lang wachten tot de ellende niet meer te overzien is?’ Bestuurder Smits windt er geen doekjes om, ze deelt de frustratie van veel hulpverleners in de praktijk. Waarom kunnen we deze mensen niet eerder helpen?  ‘Als de supermarkt aan de hand van een bonuskaart me kan vertellen welke boodschappen ik wil hebben, dan moet het op grotere schaal toch mogelijk zijn om risicofactoren voor gezinnen in kaart te brengen?’ Lees verder

Lian Smits en Patricia Prüfer zijn sprekers op het Zorg+Welzijn congres Armoede en Schulden dat op woensdag 21 april wordt gehouden. Andere sprekers zijn onder anderen Arjan Vliegenthart, directeur van Nibud, en Nathalie Boerenbach, directeur bij Sunn.

Drie winnaars bij City Deal Challenge Tilburg

“Eigenlijk zijn er alleen maar winnaars bij de City Deal Tilburg Challenge”, vindt de Tilburgse wethouder onderwijs en jeugd Marcelle Hendrickx. Zij laat zich graag inspireren door de oplossingen van de jonge stadsgenoten. “Wanneer je alleen vanuit je eigen perspectief naar een kwestie kijkt, kom je niet tot innovatie. De stad heeft deze studenten nodig. Jullie zijn onze hersenen.”

Binnen de City Deal Challenge Tilburg versterken Tilburg University, Fontys Hogescholen en de gemeente hun samenwerking. Zij dagen studenten uit met oplossingen te komen voor vraagstukken, en deze editie van de Challenge was Smart Start een van de drie vraagstukken.

Lees hier je het gehele artikel.

City Deal Challenge reikt prijzen uit

kinderen spelen smart start

Najaar 2020 startte de City Deal Challenge met het thema Elk kind een goede start. Deelnemers presenteerden ideeën, hiertoe geïnspireerd door de thema’s Smart Start en Wijkinterventies om Challenge B: Wijkinterventies om onderwijsachterstanden te voorkomen.

Op 25 februari strijden de overgebleven deelnemers om de winst en het prijzengeld. Een onafhankelijke jury beoordeelt de presentaties en demonstraties. De winnaars worden kort na de presentaties bekend gemaakt. Wil je er bij zijn? Meld je dan aan via deze link.

Kijktip: Klassen!

docu-klassen

Gelijke Kansen voor elk kind een onhaalbare zaak? Bij Smart Start denken we van niet, en zo denken de makers van de documentaire Klassen er ook over! Zij volgden schooljaar 2019-2020 leerlingen en docenten Groep 8 en eerstejaars vervolgonderwijs in Amsterdam-Noord. In de klas en thuis. De komende maanden trekken zij (vooralsnog online) het land in om naar aanleiding van de serie met betrokkenen door te praten over oplossingen. Want, zoals de makers zeggen: ‘’dit probleem lossen we alleen samen op’’. Wil je meepraten? Kijk dan hier De documentaire Klassen nog niet gezien? Je kunt de zeven afleveringen terugkijken op NPO Start.

Smart Start en Bureau Suit-case (nu Make Day) organiseren workshop Design Thinking

Op maandag 8 februari 2021 organiseert Smart Start in samenwerking met Bureau Suit-case uit Rotterdam de workshop Design Thinking. De workshop is bedoeld voor mensen die nieuwsgierig zijn naar design thinking en zich mogelijk willen aansluiten bij het regionaal designteam in de regio Hart van Brabant: een netwerk van mensen die designprocessen bij Smart Start-pilots begeleiden.

De workshop Design Thinking is gericht op een belangrijk vraagstuk: Hoe bevorderen we dat kinderen uit groep 8 het schooladvies krijgen dat ze verdienen? Uit onderzoek blijkt dat in een aantal buurten de schooladviezen lager zijn dan we op basis van data zouden verwachten. Een herkenbaar en actueel onderwerp – mede dankzij de documentaire Klassen – dat we goed kunnen belichten met behulp van design thinking.

User-centered mindset

Tijdens de workshop maken de deelnemers kennis met design thinking en welke waarde het toevoegt aan projecten. Daarbij staat een user-centered mindset centraal: hoe bedenk je aan de hand van menselijke inzichten en een iteratieve werkwijze slimme oplossingen?

Huiswerk

De deelnemers gaan aan de slag met genoemde case schooladviezen. Voorafgaand verdiepen ze zich in de inzichten en ervaringen van de doelgroep: ouders, kinderen of leerkrachten. Door interviews en door artikelen en publicaties te lezen.

Met dank aan Suit-case – www.suit-case.nl – voor het kosteloos aanbieden van de workshop Design Thinking.   

Bijeenkomst De Zuidwester: bouwen aan vertrouwen

Door ‘corona’ kon de geplande bijeenkomst van het projectteam Smart Start Pilot Zuidwester, op woensdag 18 november, helaas niet doorgaan op locatie. De online meeting rondom De Zuidwester bood gelukkig een goed alternatief. ’Maar liefst dertig deelnemers gingen met elkaar in gesprek over de vraag hoe de school en haar wijkpartners een vervolg kunnen geven aan de nu al ingezette activiteiten.

Tijdens de opening schetst projectleider Teun Brand namens Smart Start kort de contouren van de bijeenkomst. De Smart Start-pilot op De Zuidwester heeft geleid tot twee concrete innovaties: Team op Maat en – in voorbereiding – het zogenoemde all-in concept. Dit all-in concept, waarbij de school en de wijk zoveel mogelijk samen optrekken met organisaties als de gemeente, GGD, politie en kinderopvang, moet ervoor zorgen dat ouders en kinderen zich gezond en gelukkig kunnen ontwikkelen in de wijk rondom De Zuidwester.

Vertrouwen

Doel van deze bijeenkomst is vooral om elkaar beter te leren kennen en de ambities rondom het all-in-concept verder te verfijnen. Daartoe gaan de deelnemers (vertegenwoordigers van de school, maatschappelijk partners én ouders) na de plenaire opening in vijf groepen uiteen om nader kennis te maken en te komen tot concrete ideeën.

De algehele teneur: er wordt al ontzettend hard gewerkt om van De Zuidwester een school met een wijkfunctie te maken. Tegelijkertijd concluderen veel deelnemers dat er onder veel ouders nog altijd een stevig wantrouwen bestaat richting ‘de instanties’. Dit staat een snelle en effectieve ondersteuning regelmatig in de weg. Te vaak, zo concluderen veel deelnemers, komen instanties pas in beeld bij ouders zodra er iets misgaat – waarna het vaak te laat is om écht effectief te helpen. Vaak  ontbreekt het ouders ook simpelweg aan kennis over wat er allemaal aan ondersteuning voorhanden is. Daar komt nog bij dat (geschreven) taal vaak een obstakel is; niet alleen voor ouders met een niet-Nederlandse achtergrond, maar ook voor ouders die het Nederlands wél als moedertaal hebben.

Zichtbaar zijn, óók in goede tijden

Veel winst zou er zijn te behalen door niet alleen in slechte, maar juist ook in goede tijden contact te zoeken met ouders. Op die manier kan de vertrouwensband langzaam groeien, wordt de zichtbaarheid van individuele medewerkers groter, en weten ouders beter op wie ze bij problemen kunnen terugvallen. Een voorbeeld is het eerder genoemde Team op Maat, dat er -samen met de GGD- voor zorgt dat ondersteunende professionals tegenwoordig regelmatig op het schoolplein in gesprek gaan met ouders. Welke zorgen hebben ze? En hoe zouden de school en andere instanties hierbij kunnen helpen? Juist door al vroeg in gesprek te gaan en te blijven, kunnen (dreigende) problemen snel worden gesignaleerd en aangepakt en krijgen instanties een gezicht.

Ook de politie zou vaker aanwezig kunnen zijn op school, juist ook als er niks aan de hand is. Op die manier doorbreek je de associatie met ‘slechte zaken’ en wordt de wijkagent een laagdrempelig aanspreekpunt voor kinderen als zij zich niet fijn voelen in de wijk. Een aanvullend idee is de ontwikkeling van een lespakket om kinderen kennis te laten maken met het werk van de politie. Het idee van gastlessen kunnen ook andere wijkpartners én ouders vorm geven. Het mes snijdt in het laatste geval aan twee kanten. Voor de kinderen een zinvolle gastles en voor de school uitvoering geven aan het thema ouderparticipatie 3.0.  

Betere verbinding

Verder wordt ook een betere verbinding tussen kinderdag­verblijf (Kindercrèche Zuid en Korveltuin), naschoolse opvang (Korveltuin) en school genoemd als manier om al in een vroeg stadium het vertrouwen van ouders te winnen en door te geven. Een ‘warme’ overdracht tussen kinderopvang en school is belangrijk. Een filmpje waarin alle wijkpartners kort worden geïntroduceerd, kan daarbij een handig hulpmiddel zijn.

Om met de school de wijk in te kunnen gaan en om de wijk de school binnen te halen, zou de school ouders vanuit hun eigen talent en expertise een gastles kunnen laten verzorgen of een project laten leiden. Ook zou de school ouders en kinderen meer kunnen betrekken bij initiatieven in de wijk, zoals het opruimen van zwerfafval of het aanbrengen van kerstversieringen. En verder zijn er wijkgerichte online platforms waar wijkbewoners en professionals elkaar zouden kunnen vinden en informatie kunnen uitwisselen.

Kloof verkleinen

Ook de medezeggenschapsraad kan een rol spelen bij het verkleinen van de kloof tussen de school en de wijk aan de ene, en ouders aan de andere kant. In de praktijk van onder andere het Team op Maat blijkt dat als ouders het beleid en de bijbehorende procedures en trajecten beter snappen, ze ook meer begrip tonen. Verder wordt het aanbieden van taallessen via school genoemd als optie om de taalbarrière te dichten.

Een laatste suggestie is om te kijken of er wellicht ouders zijn die hun ervaringen rondom schulden en/of stress willen delen. Zulke reflectie kan helpen om het taboe op het bespreken van spanningen en problemen te doorbreken.

Investeer in de onderlinge verbinding

Ten slotte: ook aan de onderlinge verbinding binnen het ondersteunende netwerk van instanties kan nog het nodige worden verbeterd. Er is heel veel hulp en ondersteuning beschikbaar, maar veel professionals weten elkaar (nog) niet goed genoeg te vinden in de buurt rondom de school.

Een suggestie is om te zorgen voor een ‘smoelenboek’, waarin – over de grenzen van de individuele instanties heen – alle betrokken professionals staan genoemd met hun expertise, contactgegevens en (voor optimale herkenbaarheid) een foto. Ook het belang van online bijeenkomsten als deze wordt meerdere malen onderstreept: juist in coronatijd kan het helpen om elkaar regelmatig op deze manier te ontmoeten. Zo blijf je bouwen aan het netwerk en de onderlinge verbinding en voorkom je dat initiatieven verwateren.

Hoe nu verder?

Al met al zijn de ervaringen positief; zowel van de betrokken professionals als van ouders en kinderen. Ook in deze coronatijd zetten we de schouders eronder en gaan we zowel online als offline door met de ontwikkeling van de wijk voor de kinderen.