‘Wat kan de Smart Start-manier van denken en werken je brengen? Welke concepten zijn er ontwikkeld om intergenerationele problemen bij jeugd en gezinnen te doorbreken? En hoe kun je zelf in de praktijk aan de slag gaan?’ Hierover deelden de 80 nieuwsgierige deelnemers tijdens de Inspiratiesessie Smart Start hun kennis en ervaringen. Met eerst interviews door Teun Brand en een verhaal van Pieter Tops. En na de pauze deelsessies over taal, het jonge kind, data en design thinking en persona’s.

Smart Start – pilots & concepten

‘Van genezen naar voorkomen’

Wethouders Marielle Doremalen (Gilze en Rijen en lid van de stuurgroep Smart Start) en Dilek Odabasi-Seker (Waalwijk) zijn beide bekend met de weerbarstigheid van intergenerationele problemen in gezinnen. Gemeenten doen er met hun netwerkpartners alles aan die op te lossen. ‘’Maar vooruitblikken is zo hard nodig om problemen te voorkomen’’, geven beide dames aan. ‘’Wetenschappelijk onderzoek en data-analyses leggen risicofactoren bloot die tot nadenken stemmen en om handelen vragen. Als gemeente kun je je beleid hiermee beter laten aansluiten op dat wat de kwetsbare doelgroepen daadwerkelijk nodig hebben.’’ Zowel Gilze en Rijen als Waalwijk zijn dan ook zelf betrokken bij één of meerdere Smart Start-projecten, naast gemeente Tilburg, Heusden en Goirle.

Teun Brand, Lian Smits en Dilek Odabasi-Seker

Lian Smits (bestuurder Sterk Huis en stuurgroep Smart Start) stond aan de wieg van het programma Smart Start. Zij doet ook nu nadrukkelijk de oproep te stoppen met het dweilen, terwijl de kraan openstaat. “Als we preventie op een andere manier invulling geven, door een combinatie van kennis, data en het bedenken van mogelijke oplossingsrichtingen met een brede doelgroep, dan kunnen we samen duurzaam inzetten op het voorkomen van probleemsituaties.” 

‘Alles enkel dataficeren is niet de oplossing, blijf ook het menselijk oordeelsvermogen een rol geven.’

Pieter Tops neemt alle aanwezigen mee in zijn visie op de aanpak van jeugdcriminaliteit en de rol die data daarbij kunnen spelen. ‘’Strafrecht is nodig, maar in de kern hebben we te maken een sociaal vraagstuk. Er is altijd een aanleiding die een jongere doet besluiten tot crimineel handelen. Enkel straffen voor de daad leidt niet tot het duurzaam voorkomen ervan én helpt de jongere niet. Daarom moeten we breed, systemisch, kijken naar de jongere en zijn omgeving.’’

De bijzonder hoogleraar JADS ziet graag dat er meer ruimte komt voor gedreven professionals. ‘’Heb het vertrouwen dat hij of zij weet wat er op dat moment nodig is en daarnaar handelt. En stelt iemand daar vragen over? Steun de professional. Informatie is hard nodig om de probleemsituatie te doorgronden en oplossingen te bedenken; data, feitelijke gegevens, maar zeker ook de informatie ‘op straat’, die in de hoofden en harten van professionals zit.’’ Het wegnemen van bureaucratische hobbels is ook nodig, aldus Pieter Tops. ‘’Verdeel het werk slimmer, laat de professional in de wijk niet zoveel tijd besteden aan administratie. Verbale verslaglegging kan met de techniek van nu al. En zorg voor verhalen die gedragen worden, door alle mensen die ertoe doen in het aanpakken van de problemen.’’

Pieter Tops

In een reflectie op het verhaal van Pieter Tops ziet Patricia Prüfer (Centerdata en hoofdonderzoeker Smart Start) dat zijn verhaal goed aansluit op Smart Start- denken en -werken. ‘’De maatschappelijke vraagstukken vragen om een relationele aanpak. We beginnen dan ook niet bij de data, maar bij de beschikbare onderzoeken èn de kennis en ervaringen van een brede groep mensen. Die met de problematiek te maken hebben en professionals die met hen werken. Om daarmee het sociale vraagstuk helder op tafel te krijgen. Daarna volgt een data-analyse van waaruit bijvoorbeeld doelgroepen (persona’s) gedefinieerd kunnen worden; met wie we in design thinkingprocessen interventies ontwikkelen. Deze stap naar de sociale werkelijkheid, samen met de brede doelgroep, en ook altijd de belanghebbenden, is cruciaal. In de CBS-omgeving werken onze onderzoekers met gepseudonimiseerde huishouddata; maar de analyses zelf altijd op wijk- of gemeenteniveau. De verrijking die erna plaatsvindt, met bijvoorbeeld aanvullende interviews, bestuderen van wijkdata en zeker ook de designsessies maken dat we collectieve preventieve concepten kunnen ontwikkelen, die aansluiten bij behoeften van de mensen om wie het gaat.’’

Patricia Prüfer, hoofdonderzoeker bij Smart Start

Deelsessies – De diepte in op thema’s Het jonge kind, data, taal en persona’s

Het jonge kind

Hoe kunnen we er met elkaar voor zorgen dat er minder kinderen in de eerste 1000 dagen met (ontwikkel)armoede te maken krijgen? Hierover gaat een van de recent gestarte Smart Start-pilots, onder leiding van Astrid van de Griendt. De kansen van een kind worden al voor de conceptie beïnvloed. De omgeving van een kind voor, tijdens en na de geboorte blijkt een belangrijke voorspeller te zijn van fysieke en/of mentale problemen op latere leeftijd, wat ook weer doorwerkt op volgende generaties. Armoede en stress hebben veel invloed op het gezond en veilig opgroeien, en deze invloed wordt groter wanneer er in het gezin ook sprake is van een scheidingsproblematiek of bedreiging door geweld of verwaarlozing. Een kind dat opgroeit in een gezin waar deze factoren aanwezig zijn heeft een groot risico achterstand op te lopen, een achterstand die bijna niet meer in te halen is. De eerste 1000 dagen in het leven van een kind zijn van dus cruciaal belang. Zie ook: Pilot Opgroeien in ontwikkelarmoede – Smart Start (programmasmartstart.nl)

Dit blijkt uit veel wetenschappelijk onderzoek; de plek van de wieg bepaalt in grote mate de kansen van kinderen. Een van die onderzoekers is Marion van de Heuvel (Tilburg University); zij vertelde over de biologische effecten van (ontwikkel)armoede. Marion: ‘’Als we de aanstaande moeders van nu “helpen”, helpen we ook hun dochters en zelfs hun kleindochters! De eicellen van een meisjesbaby worden immers al tijdens de zwangerschap aangemaakt en genetisch gevormd. Armoede, stress, slechte voeding, roken, alcoholgebruik, drugsgebruik, slechte omgeving (bijvoorbeeld fijnstof, lood) hebben een daar grote invloed op.”

Data

Als we het bij Smart Start hebben over data, wat bedoelen we dan? En welke data verzamelen en analyseren we? Patricia Prüfer, hoofdonderzoeker bij Smart Start, schetst het stappenplan van Smart Start. Waarbij het formuleren van de onderzoeksvraag en het bestuderen van al beschikbare onderzoeken de eerste stappen zijn: de basis voor de indicatoren waarbij databronnen gezocht worden. Bijna alle pilots maakten gebruik van CBS-microdata die datascientists van Centerdata analyseerden, soms met lokale uploads naar de CBS-omgeving. Ook werken we met vragenlijstonderzoek, op maat gemaakt of op basis van onderzoek naar advanced childhood experiences, negatieve jeugdervaringen die een leven lang doorwerken op de gezondheid, mentaal en fysiek. Voor elke pilot bepalen we de best passende methode. Zie ook de Toolkit Data: Start – Smart Start (besmartstart.nl)

Na Patricia is het woord aan Maarten den Braber, onder andere werkzaam voor het initiatief Geïntegreerde regionale data infrastructuur Achterhoek. Maarten legt uit waarom zorgorganisaties als ziekenhuizen en GGD werken aan het realiseren van een regionale data infrastructuur, hoe zij dat doen en wat we ervan kunnen leren. Behalve een visie op datainfrastructuur, is er nu ook een governancevisie. Over die structuur: verkend wordt hoe partners privacyproof data kunnen delen en gecombineerd kunnen analyseren, voor zowel preventie als curatie. Zonder de data daadwerkelijk samen te hoeven voegen; de techniek laat dat inmiddels toe. De governance vraagt om bestuurders en managers die de meerwaarde van datascience zien en uitdragen, en in hun organisaties en gezamenlijk concreet aan de slag gaan. Met datascientistst en datastewards, en altijd samen met de inhoudelijke professionals. Meer weten? Hoe zetten we data in voor inzicht in gezondheid? – HealthKIC

Taal

In Eindhoven startte Garage2020 i.s.m. Smart Start de pilot What’s Next Junior; een soort Netflix, maar dan voor boeken. Op basis van een eerder gelezen boek geeft de app jonge kinderen aan welke andere boeken je mogelijk ook leuk vindt om te lezen. De app wordt nu getest en is ontwikkeld samen met de Bibliotheek en het onderwijs. Zie ook: Pilot Eindhoven – Smart Start (programmasmartstart.nl)

Het kunnen begrijpen wat iemand zegt en zelf kunnen uitleggen wat je bedoelt is ontzettend belangrijk. Taal is de basis om goed te functioneren in de maatschappij. Lezen bevordert iemands taalgevoel en -ontwikkeling. Het is belangrijk is om de leesmotivatie bij jongeren aan te wakkeren, want als zij op jonge leeftijd lezen al leuk vinden is de kans groot dat ze dit blijven doen. Kinderen die veel lezen ontwikkelen daarmee een beter gevoel voor taal en breiden hun woordenschat uit. Die leesmotivatie is al aan te wakkeren vanaf de geboorte; als iemand voorleest.

Een ander mooi initiatief is de wijkleesfunctionaris in Tilburg West. Er zijn veel initiatieven die lezen stimuleren. De wijkleesfunctionaris zorgt ervoor dat alle initiatieven in beeld komen, knoopt ze aan elkaar waar mogelijk en speelt in op dat wat er dan nog blijkt te missen. Om zo nog meer mensen aan het lezen te krijgen. Zie ook: Pilot Onderwijs Tilburg – Smart Start (programmasmartstart.nl)

Deelsessie Taal met Teun Brand
Persona’s

Naast data is design thinking een belangrijke bouwsteen van Smart Start: een creatieve aanpak om complexe problemen op te lossen en nieuwe ideeën te ontwikkelen. In het design thinkingproces krijg je namelijk meer inzicht in de behoeften, emoties en gedrag van de doelgroep. Eén manier om je hierin de verdiepen is het maken van een persona.

Gerry Leijten vertelt over het Smart Startproject in Goirle, waarin men nadacht over hoe te bepalen wat nodig is om kinderen zonder ontwikkelachterstand op de basisschool te laten starten. ‘’Op basis van interviews met ouders van deze kinderen hebben we persona’s gemaakt. Tijdens de design thinkingsessies hebben we deze persona’s gebruikt om beter te kunnen verplaatsen in de leefwereld van ouders. Dit heeft ervoor gezorgd dat de ontwikkelde innovatie, de ontmoetgroep, aansluit bij de behoeften van de doelgroep.’’ Zie ook: https://programmasmartstart.nl/pilot-kindcentra-goirle/

Smart Start liet zich al eerder inspireren door de persona’s die de Stichting De Vonk ontwikkelde. In deze deelsessie introduceert Marja Wittenbols Selma. De persona Selma toont scherp aan dat iemand met dezelfde persoonlijke situatie heel ander gedrag kan vertonen. Inzichtgevend voor communicatie en te bieden ondersteuning! Ook maakte De Vonk een praktische signalenkaart voor hulpverleners. Zie ook de toolkit perona’s: Persona – Smart Start (besmartstart.nl)

Lenke Balogh van Sterk Huis vertelde over de ontwikkeling van de persona Jailey: zij staat voor een groep jonge cliënten van Sterk Huis (voorbeeld persona). Sterk Huis ontwikkelt persona’s samen met cliënten en gebruikt deze onder andere om nieuwe medewerkers bewust te maken van de cliëntgroepen met wie zij gaan werken of in trainingen. Ook moeten de persona’s helpen om bijvoorbeeld verwijzers een concreter beeld te geven van mogelijke cliëntgroepen en hoe bepalend levensgebeurtenissen voor hen zijn. Zie ook de toolkit perona’s: Persona – Smart Start (besmartstart.nl)

Deelsessie Persona’s met Marja Wittenbols

Presentaties deelsessie

Alle presentaties van de deelsessies kun je teruglezen via deze link: Deelsessies Inspiratiesessie Smart Start.