Inspiratieplein Smart Start

Kansengelijkheid voor alle kinderen; het is actueler dan ooit. Het afgelopen jaar is het extra duidelijk geworden dat het uitmaakt waar je wieg staat, wat je postcode is. Met de Smart Start-projecten willen we dit veranderen. Niet alleen met de lopende en geplande projecten, maar zeker ook door Smart Start-denken – innovaties voor jeugdvraagstukken op basis van data, kennis en design thinking – op andere manieren toe te passen. 

We kunnen er veel over vertellen en zouden dat het liefst weer live doen, tijdens een van onze Inspiratiesessies. Maar die moeten nog even wachten. Daarom hebben we het Inspiratieplein ontwikkeld. Geen webinar of online congres. Maar een plein met een o.a. Smart Start-animatie, een Talk over armoede, verhalen van onze ‘Smart Students’ en een tweegesprek waarin twee werelden samenkomen; die van Smart Start en UMC Utrecht. We nodigen je uit het Inspiratieplein te bezoeken.

Klik hier om naar het inspiratieplein te gaan

“De meeste kinderen vinden armoede ‘normaal’: niets om je voor te schamen”

‘Smart Students’ Sanne en Naomi onderzochten armoede voor pilot Gilze en Rijen

Toen Sanne van den Heuvel en Naomi Schuermans – beiden 17 jaar en eerstejaarsstudent aan de Fontys Hogeschool Pedagogiek in Tilburg – vanuit school een onderzoeksopdracht kregen, kwamen ze uit bij de pilot Gilze en Rijen van Smart Start. Samen verdiepten de ‘Smart Students’ zich in armoede, met als onderzoeksresultaat een aantal bijzondere gesprekken met kinderen over dit nog altijd beladen onderwerp.

Sanne en Naomi gingen op onderzoek uit: wat is armoede precies, welke invloed heeft het op kinderen en wat betekent armoede voor een gezin? “Hierover hebben we gesprekken gevoerd met kinderen in de leeftijd van 10 – 12 jaar”, vertelt Naomi. “We kozen bewust voor gesprekken en niet voor interviews. Dat voelt prettiger voor kinderen. De gesprekken waren in duo’s, zodat de kinderen op elkaars antwoorden konden inhaken.”

Wat weet jij over armoede?
Sanne: “Vooraf lieten we de kinderen een filmpje zien over een meisje dat in armoede leeft. Daarna stelden we vragen: Wat viel je op? Wat vond je ervan dat het meisje naar de voedselbank ging en tweedehandskleding droeg? Wat weet je over armoede? Kan je het aan kinderen zien als ze in armoede leven? Wat merk je ervan op school? De meeste kinderen zaten op één lijn, hoewel ze over bepaalde thema’s ook een heel eigen mening hadden.” Naomi: “De antwoorden waren ook afhankelijk van de omgeving waarin de kinderen opgroeien: heeft een kind wel of niet te maken met armoede?”

‘’We denken wel dat er iemand in de klas zit die arm is, maar daar vragen we niet naar’’, zeggen de kinderen.

Kinderen vinden armoede niet raar
“De meeste kinderen vonden armoede ‘normaal’: niets om je voor te schamen”, aldus Sanne. “Ze vonden het niet raar dat sommige kinderen tweedehandskleding dragen of naar de voedselbank gaan, maar wel zielig dat deze kinderen niet hetzelfde kunnen doen en kopen. Veel kinderen hoopten dat er meer aan armoede gedaan wordt. Wat dat precies moet zijn, wisten ze niet.”

Openheid
Naomi: “Een opvallende uitkomst is dat er op scholen weinig aandacht wordt besteed aan armoede. Kinderen zeiden bijvoorbeeld: Daar hebben we het eigenlijk nooit over. We denken wel dat er iemand in de klas zit die arm is, maar daar vragen we niet naar. Er lijkt dus nog altijd een taboe op het onderwerp te zitten. Dat herken ik wel van vroeger. In mijn basisschooltijd werd er ook bijna niet over gepraat, terwijl het belangrijk is voor kinderen om er open over te zijn. Als je met kinderen in gesprek gaat over armoede, blijkt dat ze graag ideeën willen aandragen.”

“Op scholen wordt weinig aandacht besteed aan armoede.”

Gelijke kansen voor iedereen
Sanne en Naomi hebben in totaal vier maanden onderzoek gedaan voor de pilot Gilze en Rijen. “Het mooie van Smart Start is dat het gericht is op het voorkomen van problemen in plaats van het oplossen ervan”, benadrukt Sanne. “En dat het draait om gelijke kansen voor iedereen”, vult Naomi aan. Sanne: “We hebben met veel plezier aan dit onderzoeksproject gewerkt en zijn blij dat we ons steentje konden bijdragen.” Naomi: “Ik vond het heel interessant, want ik wist nog niet veel over armoede. Er moet écht meer aandacht komen voor dit onderwerp.”

“Ik wist nog niet veel over armoede. Er moet écht meer aandacht komen voor dit onderwerp.”